Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Posts tagged “Wijnjeterp

Wild zwijn

In de afgelopen week verscheen hier in de pers een bericht dat er in het Hemriker schar bij het Alddjip (Koningsdiep) een wild zwijn was gesignaleerd door een medewerker van Staatsbosbeheer.

Het dier kwam onder een stapel takken vandaan toen de betreffende medewerker bij hem in de buurt kwam en ging er vervolgens vandoor. Het zwijn zou mogelijk afkomstig zijn uit Drenthe. In Appelscha zijn ook al wilde zwijnen gesignaleerd. Direct werd daaraan gekoppeld de mededeling dat de provincie Fryslân de nuloptie voor wilde zwijnen hanteert. Dus moet het dier worden opgespoord en afgeschoten. De argumenten zijn: gevaar voor het verkeer en schade voor de landbouw etc.

De geschiedenis herhaalt zich. Hieronder een krantenbericht uit 1905.

Everzwijn in 1906 in Olterterp

Bijzonder is dat het in 1905 om bijna hetzelfde gebied ging. De combinatie Wijnjeterp – Olterterp brengt je al gauw in de buurt van Poasen. Dat grenst aan het Hemriker schar.

Eveneens bijzonder is dat de argumentatie om de dieren te weren voor een deel dezelfde is. Verkeer was in 1906 nog geen probleem.

Het betreffende zwijn heeft in 1905 / 1906 een tijdlang de jagers weten te ontlopen. Op 23 april 1906 verscheen er echter opnieuw een bericht in de Nieuwe Tilburgsche Courant:

Men meldt uit Friesland :
Het wilde varken is vrijdag in een bosch te Olterterp door een boschwachter geschoten. Het dier was 1 meter hoog en woog 135 pond.

In 1906 zag men dus hier waarschijnlijk het laatste wilde zwijn en ruim honderd jaar later werd er opnieuw eentje gesignaleerd. Nu is het wachten op de terugkeer van de wolf.

Advertentie

Strak water

‘k Heb afgelopen zaterdag geprobeerd ergens iets wilds in het veld te ontdekken. Helaas, mislukt. Wel opvallend was de windstilte en daardoor het strakke wateroppervlak. Met als gevolg weerspiegelingen. Daarom ben ik een klein eindje langs de Opsterlandse compagnonsvaart gereden. De eerste stop was bij de “Brug Wijnjeterp”.

Opsterlandse compagnonsvaart - brug Wijnjeterp-

Het wateroppervlak was bijna strak. Alleen een Wilde-eend-woerd hield het deel van het water waar de balans van de brug in het water spiegelt in beweging. Zin om hem weg te wagen had ik niet, waarom ook?, zo kan het ook.

Opsterlandse compagnonsvaart - brug Wijnjeterp-

Verder westelijk was de spiegeling perfect.

Opsterlandse compagnonsvaart

Net als bij de sluis onder Hemrik.

Opsterlandse compagnonsvaart - sluis Hemrik-

Na eerst nog ergens anders te hebben gekeken kwam ik wat later op de dag weer langs dezelfde compagnonsvaart. Intussen was de zon behoorlijk gezakt.

Opsterlandse compagnonsvaart

Met als gevolg “gouden” water. In de vaart tientallen eenden. Die zullen daar in de komende week hun best doen te water niet te laten bevriezen.


Adam Vondeling

Al  eerder schreef ik over de vondeling Jozef van de Heide uit Appelscha. In dit dorp woonde tegelijkertijd nog een tweede vondeling, namelijk Adam Vondeling.

Op 24 augustus 1818, ’s avonds om negen uur liepen Kornelis Hoekstra, Jannes Roosema, Lammert Posthuma en Antje Jans, arbeiders en arbeidster, allemaal wonend in Wijnjeterp, door het veld. Daar vonden ze een pasgeboren jongetje, zo ongeveer vier uur oud, in een aardappelveld van Hendrik Klazenga in Wijnjeterp, tussen het aardappelloof. Kleertjes of doeken waren niet aanwezig, niets waaruit zou kunnen worden opgemaakt bij wie dat kind hoorde. Een te vondeling gelegd kind. Dat zal grote opschudding  hebben gegeven in Wijnjeterp.

De volgende dag ging Kornelis Hoekstra naar Beetsterzwaag waar het één en ander moest worden geregeld met de instanties. Het kind werd door de ambtenaar van de Burgerlijke stand ingeschreven en van ambtswege werd het kind Adam Vondeling genoemd.

Geboorteacte Adam Vondeling

Tevens werd ambtelijk bepaald dat het kind moest worden ondergebracht bij de buiten(armen)voogd van Wijnjeterp Anne Meestringa. Meestringa en de zijnen moesten zorgen dat het kind onderdak kreeg. Dat lukte uiteindelijk bij Hendrik Annes Zwart en diens echtgenote Hendrikje Hendriks Leffering. In dat gezin is Adam opgegroeid en min of meer in de familie opgenomen.

In 1845 trouwde hij met de 18-jarige Martje Reinders. Ze kregen acht kinderen. Uit de vernoeming van die kinderen blijkt dat Adam het goed kon vinden met zijn pleegfamilie. Om beurten werd er een kind vernoemd naar moeders kant en dan naar de kant van de pleegfamilie. Dat leidde er zelfs toe dat Adam en Martje twee keer een zoon Klaas kregen, de eerste werd vernoemd naar de vader van Martje Reinders en de tweede naar een (pleeg)”broer” van Adam. Alle kinderen bleven in Friesland wonen, behalve de tweede zoon Klaas die in Avereest woonde, waar hij hoofd der school was.

Adam werd zelf ook veenbaas, net als zijn pleegvader Hendrik Zwart. We mogen wel aannemen dat zijn echte moeder straatarm is geweest, zodat hij, als hij niet te vondeling was gelegd, hooguit voor arbeider in de wieg zou zijn gelegd. De opvoeding door zijn pleegouders heeft hem uiteindelijk dan ook geen windeieren gelegd, hij kwam hoger op de maatschappelijke ladder terecht. Zijn achterkleinzoon Anne Vondeling (1916-1999) werd zelfs minister. Deze Anne Vondeling kreeg zijn voornaam van Anne Hendriks uit Hemrik die zich in maart 1812 liet voorzien van de achternaam Swart, wat later is veranderd in Zwart.

Grafsteen Adam Vondeling

Adam wordt diverse malen vermeld in de Notariële archieven als koper en verkoper. Eén keer ook samen met die andere vondeling Jozef van de Heide. In 1861 stond hij in hoger beroep voor de rechter omdat hij had geweigerd de functie van algemeen armvoogd te vervullen. Hij werd ontslagen van alle rechtsvervolging wegens verjaring. Misschien kwam die benoeming te “dichtbij” of had Adam slechte ervaringen. Wie dat precies wil weten moet naar Tresoar in Leeuwarden om het dossier te bekijken.

Adam Vondeling overleed in 1893 in Appelscha en werd begraven op de begraafplaats aan de Oosterse Es in Appelscha.

bronnen: Registers van de Burgerlijke stand en het Bevolkingsregister van Opsterland en de Rolboeken, de laatste via de website van Treoar.