Nieuw begin
Elk voorjaar weer een nieuw begin. Dat was wat ik dacht toen ik het Wijnjeterper schar binnen stapte. Door natuurcompensatie in verband met de aanleg van de nieuwe N381 is de situatie in dit gebied drastisch veranderd. Ik had de hoop de eerste orchideeën van dit jaar te kunnen zien. Maar het wandelpad en naastliggende strook zijn dermate op de schop geweest dat het de vraag is of er dit jaar langs dat pad nog orchideeën zullen verschijnen. Vorig jaar zag ik de eerste op 5 mei. Dit jaar is het afwachten, want ik heb er nog niet één, ook niet in de niet aangeroerde delen, gezien.

Heidekartelblad
Wie het graafwerk kennelijk wel heeft overleefd was het Heidekartelblad alias Heiderinkelbel (Fries) alias Pedicularis sylvatica (wetenschappelijk). Op de rode lijst van bedreigde planten vermeld als zijnde een vrij zeldzaam plantje.

Heidekartelblad
Uiteindelijk komt het zaad in het zaaddoosje onder de bloem terecht. Je zou er mee kunnen rinkelen, wat de Friese naam verklaart.

Heidekartelblad
Maar ja, geen orchideeën, dus ben ik doorgelopen naar het eerste ven. Misschien waren er nog wat waterjuffers te fotograferen. Ook daar is zo ongeveer de complete begroeiing kasje wijlen. Hoe de larven van de waterjuffers nu uit het water moeten klimmen is de vraag. Kennelijk was het toch enkele gelukt. Nog heel vers, ze waren nog lang niet op kleur. Met moeite kon ik er twee vinden tussen allerlei dode stengels.

Watersnuffel (v)
Beide waren voor zover ik het kan bekijken een Watersnuffel. Hierboven een vrouwtje en hieronder een mannetje.

Watersnuffel (m)
Echt mooi zijn de foto’s niet geworden met die wirwar van oude stengels op de achtergrond, maar in elk geval is het weer een nieuw begin.
Azuurwaterjuffer en Watersnuffel
Juffertjes, altijd moeilijk te determineren, zeker de vrouwtjes. Soms kan ik die alleen maar herkennen als ze een tandem vormen. Bij de mannetjes ligt het net iets eenvoudiger. Hieronder een mannetje Azuurwaterjuffer die een contrasterend bloemetje had uitgezocht.

Azuurwaterjuffer
Een juffer heeft tien achterlijfsegmenten. Hierboven zijn ze allemaal zichtbaar. Het tiende (laatste) segment bevat de achterlijfaanhangsels. De segmenten acht en negen hebben soms een afwijkende kleur. Hieronder zijn de eerste vier segmenten zichtbaar. Segment één is heel kort en is het scharnier tussen het borststuk en het achterlijf. Daarna volgt segment twee, twee keer zolang als segment één en de helft zo lang als de volgende segmenten drie tot en met zeven. Segment twee vertelt vaak heel veel over de soort. Bij de onderstaande juffer staat op het blauw een duidelijke zwarte U getekend. Die U is niet met een steeltje aan de daaronder liggende zwarte segmentrand verbonden. Dat maakt het herkennen van deze soort vrij eenvoudig. Bij zo’n losstaande U heb je bijna altijd te maken met een Azuurwaterjuffer.

Azuurwaterjuffer
De juffer hieronder ziet er bijna net zo uit als bovenstaande maar heeft niet zo’n losstaande U op segment twee.

Watersnuffel
Daarentegen heeft deze op segment twee wel een zwart vlekje dat met een zwarte steel aan de onderstaande segmentrand vast zit. Met enige fantasie kun je in dat zwart de vorm van een ANWB paddenstoel zien.

Watersnuffel
Bij zo’n zwart paddenstoeltje heb je bijna altijd te maken met een Watersnuffel. Zoals ik al schreef, dit geldt voor de mannetjes. Bij vrouwtjes ligt de herkenning een stuk moeilijker. Het rode puntje op bovenstaande juffer hoort er niet echt bij, het is een rode mijt. Hoe klein deze juffers ook zijn, ze dragen vaak wel mijten met zich mee.
Watersnuffel
Ze zijn soms heel moeilijk uit elkaar te houden, al die verschillende soorten juffers. Meestal geldt dat voor de vrouwtjes nog meer dan voor de mannetjes. Je moet zo ongeveer overal op letten, de kleur van de poten, brede of smalle schouderstrepen en hoeveel daarvan en de tekening op de achterlijfsegmenten. Elke juffer heeft tien achterlijfsegmenten aangeduid met S1 – S10. S1 is het korte segmentje waarmee het achterlijf aan het borststuk vast zit (het scharnier). Daarna volgt S2 die wel langer is maar nog wel slechts de helft van de volgende segmenten. S3-S7 zijn het langst. S8 en S9 weer een stuk korter en S10 bevat de achterlijfaanhangsels. Voor de tekening en kleur op de segmenten 2, 8 en 9 geven vaak al een goede aanduiding van de soort. Een gemakkelijk te herkennen soort is de Watersnuffel. Het mannetje is blauw als hij volwassen is en heeft een zwart paddenstoeltje op S2 en een blauw lantaarntje op S8 en S9. Als je dan ook nog weet dat deze soort slecht één schouderstreep heeft moet het niet meer zo moeilijk zijn. De juffer hieronder is op “iets” aan het kauwen, op de laatste foto is dat duidelijker.

Watersnuffel -man-
Vrouwtjes Watersnuffel hebben een zwarte tekening op S3-S7 die wel wat op zo’n vliegtuigbom uit cartoons lijkt met een scherpe top en onderaan twee “vleugels”. Als je die tekening ziet weet je dat het alleen maar een vrouwtje Watersnuffel kan zijn. Ook hier weer maar één schouderstreep. Juffers verkleuren hoe ouder ze worden, ze beginnen wat “oudroze” en de meesten veranderen daarna in blauw.

Watersnuffel -vrouw-jong-
De juffer hieronder is een mannetje die nog jong is, hij moet nog blauw worden. Enkele schouderstreep, paddenstoeltje op S2, lantaarntje op S8 en 9, dus Watersnuffelman (jong).

Watersnuffel -man-jong-
Nog een mannetje, die al wat verder uitgekleurd is.

Watersnuffel -man-jong-
Lieverdjes zijn het zeker niet, die juffers. Toevallig zag ik dat onderstaande een vliegje uit de lucht plukte. Na de landing begon hij direct met het “sloopwerk”. Op de bovenste foto heeft hij net de laatste poot van het vliegje verwijderd. Op de foto hieronder moet hij nog beginnen.

Watersnuffel -man-
Helaas had ik nog geen foto van een volledig uitgekleurd vrouwtje, die volgt nog wel eens.
Recente reacties