Wantsjes
Wantsen, overal wantsen, zo leek het wel. Het zal er wel de tijd voor zijn. Wat me opviel dat is dat ik bijna alleen maar juveniele wantsjes te zien kreeg. Voordat een wants volwassen is doorloopt bij een aantal stadia, sommige wel tot vijf in het getal. Instar 1 t/m instar 5 heet dat ook wel. Vandaag twee soorten. De eerste is de gemakkelijkste om op naam te brengen. Het is een juveniele Groene Stinkswants, hooguit een kleine centimeter lang.

Maar de volgende soort is voor mij moeilijker op naam te brengen, denkelijk is het een instar van de Snuitkeverwants, en minder waarschijnlijk is het die van een Troilus Luridus, maar geen van beiden is wat mij betreft zeker. En door drukke bbhh heb ik ook niet de tijd om het allemaal even uit te zoeken. Vandaag blijft het bij “wantsje”. Ook niet langer dan een dikke halve centimeter.

Ondanks dat deze zo klein is lukte het me toch om z’n facetogen in beeld te krijgen.

Je zou aan de hand van de onderstaande foto kunnen denken dat hij een middenpoot heeft. Het aanhangsel onder z’n kop is echter z’n zuigsnuit, waarmee hij sappen opzuigt zoals wij dat doen met limonade in een rietje.

Nee, niets is minder waar. Ook als juveniele exemplaren zijn sommige wantsen al echte rovers. Het exemplaar hieronder heeft een bladhaantje te pakken gekregen. Daarna wurmde hij zijn zuigsnuit tussen de dekschilden van de kever.

Dan spuit hij maagsappen in de kever, waarna die van binnen min of meer oplost, zodat de wants de inhoud kan opzuigen. Nee, het zijn zeker geen lievertjes. Klein, maar dapper denk ik dan altijd maar.
Grote bonte graswants ?
Een stukje lopen, even de stramheid uit de benen laten vloeien, frisse lucht, zo’n natuurwandeling is overal goed voor. Ook als het door naderende buien bijna donker is buiten. In dat slechte licht vielen me ineens twee antennes op die boven een grasspriet uit staken. Daaronder twee oogjes die me indringend aankeken. Het was net alsof een “monster” me in de gaten bleef houden.

Grote bonte graswants ?
Voorzichtig, voorzichtig maar eens proberen of dat insect ook van de zijkant te benaderen was. Dat lukte, het “monster” bleef zitten.

Grote bonte graswants ?
Maar een naam geven aan deze jongen bleek achteraf nog niet zo eenvoudig.

Grote bonte graswants ?
Hij lijkt veel op de Grote Bonte Graswants, maar of het hem ook is? Aan dat nekschild zou eigenlijk een puntje naar onderen moeten zitten en dat lijkt bij deze te ontbreken. Of was de wants nog niet in het eindstadium van zijn ontwikkeling? Hoe dan ook, het was een wants die aan een grasspriet hing. Als ik het algemeen houd dan maar een graswants. Ja, een naam blijft ook wel eens in het duister.
Vrij nieuw
De ontwikkeling in de natuur gaat wel door, ondanks het heen-en-weer weer. Bijna dagelijks komen er momenteel nieuwe soorten tevoorschijn. Ik was zo ongeveer toe aan het zien van de eerste libel in dit voorjaar.

Smaragdlibel
Zoals bijna elk jaar was het ook dit jaar weer de Smaragdlibel die zich als eerste liet zien.

Smaragdlibel
Z’n naam dankend aan die groene smaragdkleur.

Smaragdlibel
Als deze libel helemaal helemaal “klaar” is zijn zelfs de ogen groen. De facetten in de ogen blijven natuurlijk wel.

Smaragdlibel (detail)
Voor die groene ogen is het nu nog net te vroeg.

nimf van een wants
Ook nog niet helemaal “klaar” was de nimf van een wantsje dat daar ook in de buurt rond scharrelde. Erg klein, slechts een millimeter of 4 tot 5 lang. Misschien eentje van de Berkensmalsnuitwants. Deze had z’n vleugels nog ingepakt en moet nog een definitieve gestalteverwisseling ondergaan. Ja de ontwikkelingen in de natuur gaan wel door, maar gelet op het tijdstip in het seizoen is het meeste nu dus nog vrij nieuw.
Recente reacties