Voorjaars gefladder
De zon schijnt uitbundig en dan is het wachten totdat de overwinterende vlinders tevoorschijn komen. Bij mij was dat allereerst deze Dagpauwoog, die een plekje op de schutting had gevonden buiten de straffe en redelijk koude wind om even op te warmen. Niet de mooiste ondergrond voor een natuurfoto, maar ik moest het er mee doen. Mooi dat ze zich weer laten zien.

In het veld op een nog kale achtergrond zat een Citroenvlinder. Ook zo’n overwinteraar. Denkelijk is dit een mannetje.

Want de beide geslachten van deze soort hebben een verschillende kleur. het mannetje is geler dan het vrouwtje. Als de volle zon er op schijnt lijkt zo’n vrouwtje vaak verdacht veel op een Koolwitje. Maar omdat het nog zo vroeg is, te vroeg voor witjes, is dit hieronder onmiskenbaar een paartje Citroenvlinder.

Verder was het de week van het Saharazand. De lucht kleurde geel tijdens een zonsondergang. In de nacht daarna regende het een klein beetje en de volgende morgen had ik kunnen autowassen. Voorlopig maar even niet, al dat zand werkt als schuurpapier.

Het laat wel zien hoe klein onze wereld eigenlijk is en dat benauwd mij wel eens, zeker momenteel. Maar gelukkig, dat gefladder in het vroege voorjaar is dan weer een lichtpuntje, toch weer een nieuw begin.
Verse vlinders en juffers
’t Is mooi om te zien, de bladeren komen weer aan bomen en struiken en dan is er plotseling veel nieuw leven. Op de Kapellepôle zag ik ineens veel blauwe vlindertjes rond fladderen. Zodra ze op een blad gingen zitten veranderde het blauw in wittig met een heel klein beetje blauwe ondertoon. Typisch de kleur en het gedrag van het Boomblauwtje, ze zitten meestal met de vleugels gesloten op bladeren en dan het is moeilijk om de blauwe bovenkant van hun vleugels te laten zien. Het strepenpatroon op de onderkant van de vleugels maakt ze goed herkenbaar.

Maar deze ging net iets verder en de vleugels werden voorzichtig toch wat meer geopend. Aan de brede zwarte vlek op de voorste vleugel te zien is dit een mannetje. Helemaal gaaf en vers was deze, nog onbeschadigd.

Ook helemaal vers was de eerste juffer die ik dit jaar voor de lens kreeg, een Vuurjuffer, meestal de eerste soort die in het voorjaar rondvliegt.

Dat deze vers is blijkt ook wel omdat hij / zij nog niet helemaal uitgekleurd is, de schouderstrepen en de omranding van het halsschild zijn nog geel gekleurd. Het zal niet lang duren of ook dit geel zal verkleuren naar rood.

Ik had het er maar druk mee, voorzichtig, voorzichtig benaderen, het is weer even wennen aan het werken met de macro-lens.

Big brother, in dit geval een stevige vlieg, hield me goed in de smiezen met z’n duizend facetogen. Veel is er momenteel vers, een nieuw voorjaar, ik ga er weer voor.
De kuifjes zijn terug
In de afgelopen week werd in het vroegere Haskerland het eerste kievitsei van 2019 gevonden, dat is vroeg in het seizoen, erg vroeg. Zelf ga ik niet op zoek naar eieren, in het vroege voorjaar wel naar Kieviten. Het is gelukt een stel te vinden, maar dan alleen nog in een plas-dras gebied waar zich een groot aantal ophield. Zelfs nog vergezeld van een paar Goudplevieren. Daarmee is het duidelijk een trekkende groep, die nog niet op z’n eindbestemming is.

Kieviten
Een enkeling keek om zich heen of er ook een rustig plekje was. Dat leverde een typisch vroeg voorjaarsbeeld op. Aan de ene kant de Kievit en aan de andere kant nog enorm veel ganzen.

Kievit met ganzen
Een paar kwamen iets dichterbij om hun mooie verenpakket te showen

Kievit
Maar ze waren vooral bezig met aansterken, de vogel hieronder was een regenworm uit de grond aan het sleuren.

Kievit met regenworm
Eentje ging er even echt voor voor staan. Ja …., dat verenpak, die lange kuif, het was een genot om naar te kijken.

Kievit
Ja …., het wordt weer mooi in het veld, de kuifjes zijn alvast terug.
Recente reacties