Klein hoekje
Eerder schreef ik op dit blog over de familie Van Kammen in Zuurdijk. Die serie is (voorlopig) afgerond. Eén zaak wil ik er betreffende die familie nog wel uitlichten. Dat is het overlijden van Eije Roelfs in het jaar 1790. Volgens het boekje “Die onder dezen grafzerk ligt” door IJ. Botke stierf Eije door vergiftiging. Na het wassen van schapen was een kom water met rattekruid uit zuinigheid bewaard en in een kast gezet. Tijdens de grote schoonmaak enige tijd daarna was de kom weer tevoorschijn gehaald en Eije had bij vergissing uit die kom gedronken. Hij stierf kort daarna ten gevolge van die vergissing.

Vliegenzwam
Helaas, hij was niet de enige die ten gevolge van een dergelijke vergissing het leven verloor. Hieronder een paar schrijnende voorbeelden.
In 1866 woonde het gezin A ……… in Frieschepalen. Volgens de buurvrouw hadden de kinderen last van wormen. Wormkruid was de remedie. Dat hadden de ouders niet in huis en daarom kregen ze het van die buurvrouw. Een kind van twee jaar kreeg een theelepel van het kruid toegediend en een jonger kind een halve theelepel. Direct nadat ze het middel hadden ingenomen werden de kinderen niet goed en nog voordat een dokter was gearriveerd was het oudste kind al overleden. Het bleek dat de buurvrouw bij vergissing geen wormkruid maar poeder van de braaknoot, het zogenaamde “kraanoog” had meegenomen. Het oudere kind overleed hieraan, het jongste kind is waarschijnlijk in leven gebleven.
In 1900 sukkelde een dochtertje van de familie P …. uit Ureterp met de gezondheid. De moeder wilde het kind een drankje laten innemen. Het kind wilde niet, waarop de moeder besloot eerst zelf een slok te nemen. Kort daarna overleed die moeder. Het flesje met het drankje stond in de kast naast een ander flesje waarin gif zat. De moeder vergiste zich en pakte het verkeerde flesje. Er werd met spoed een dokter ingeschakeld, die een braakmiddel toediende. Helaas het mocht niet meer baten.
In 1903 moesten een aantal buren in Ureterp hun burenplicht vervullen bij een overlijden. Ze hadden de taak de kist bij de leverancier af te halen. Bij een dergelijk gebeuren was het gewoonte dat de kistenmaker op een borrel trakteerde. Al heel gauw bleek dat er geen drank maar arsenicum in die fles zat. Een Drachtster arts was er op tijd bij en kon tegengif verstrekken. Voor deze buren liep het nog goed af. Waren ze verder bij een arts vandaan geweest dan …….
Steeds weer die fatale vergissing. Wat een ellende, wat een verdriet. Het kan nog steeds gebeuren. Ook volwassenen vergeten of wennen aan dingen na verloop van tijd. Dat is tegenwoordig niet anders dan vroeger. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Vaak weet je zelfs niet eens dat er nog ergens zo’n klein hoekje is.
bronnen:
Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage 18 juli 1866
Nieuwe Tilburgsche courant 18-02-1900
Tilburgsche Courant 23-08-1903
P.S. Een Vliegenzwam bevat ook gif en heeft de naam hoewel er andere soorten zijn vele malen giftiger zijn. De Vliegenzwam op zich heeft geen relatie met dit artikel, hij staat allen model voor giftigheid.
Parijsch groen en kunstmest
Oudere familieleden vertelden wel eens over de moeite die men vroeger had om voldoende voer voor hun beesten te oogsten. In de beginjaren van hun bestaan als boer waren ze afhankelijk van stalmest en dergelijke. Groei zat er dan ook niet in voor hun bedrijf, er kwam niet genoeg voer beschikbaar. Pas toen de kunstmest algemeen ingang begon te vinden werd dat allemaal iets eenvoudiger. Maar tegelijkertijd verschenen er allerlei onheilspellende berichten in de kranten. Gevallen van vergiftiging werden toegeschreven aan de kunstmest.

De Tribune 12 mei 1931
In bovenstaand artikel staat wel “vermoedelijk”. Net zoals in het onderstaande artikel.

Leeuwarder Courant 20-03-1935
In een ander geval was er sprake van een combinatie van kunstmest en “Parijsch groen”. Dat laatste werd gebruikt voor rupsenbestrijding, vooral tegen Emelten. Het goedje bestond voor maar liefst 55 procent uit arsenicum. Zoals bekend tasten Emelten de wortels van gras aan en ze waren dan ook een probleem voor boeren die toch al niet teveel gras beschikbaar hadden. Op een bepaald moment werd het overlijden van twee kinderen en het ernstig ziek worden van drie andere kinderen uit hetzelfde gezin aan dit “Parijsch groen” geweten. De kinderen zouden in een weiland dat was bewerkt met kunstmest en gif op bloemstengels, mogelijk zuring, hebben gekauwd. De boer in kwestie, tevens vader van de kinderen liet het bericht echter rectificeren. Artsen hadden geen gif gevonden, in hetzelfde land waar de kinderen bloemen en zuring hadden geplukt liep ook vee dat hoegenaamd geen last had en door de vele regen zou het vergif al lang uitgespoeld zijn.

Leeuwarder courant 15-05-1925
“Parijsch groen” was vroeger gewoon in de drogisterij te koop. Niets bijzonders, daar haalde je ook het rattenvergift. Tegenwoordig haal je dat in de hobbymarkt.

Leeuwarder courant 14 mei 1928
In het “voor de kunstmest” tijdperk kon het evengoed ook wel misgaan. Onderstaand artikel spreekt voor zich, maar of het ook waar is?

Nieuwe Tilburgsche courant 5-6-1914
Het grote probleem destijds was volgens mij dat men door de ontwikkelingen in de industrie ineens kon beschikken over allerlei nieuwe middelen waarvan men de “bijwerkingen” niet goed kon overzien. Veel kennis over de stoffen was er bij de gebruikers niet aanwezig. De werking van kunstmest en het “Parijsch groen” waren wel bekend. Daarop lag de focus. Kunstmest zorgde voor een opleving in de landbouw. Emelten konden worden bestreden. Maar de neveneffecten, dat was misschien net iets teveel gevraagd.
Recente reacties