Nog wat macro
Het is nog net te vroeg, maar ik heb de mottenballen al wel opgezocht. Daar kan binnenkort de macrolens wel weer een poosje in. Maar voorlopig kruipt er hier en daar nog wel wat rond. Vandaag een selectie uit de vangst van de afgelopen weken. Eerst de Gewone kielwants (Elasmucha grisea). Daarvan heb je twee kleurvariaties, dit is de rode. Overigens moeilijk te herkennen, maar z’n lengte, zo’n 7 of 8 millimeter, verried hem.

Deze soort wordt ook wel Berkenwants genoemd, soms ook Kleine Berkenwants maar dat is verwarrend met Berkenkielwants, dus daar is men min of meer van afgestapt, hoewel die soort wel wat groter is.

Altijd mooi, die putjes in het schild en deze met z’n rode oogjes. Omdat het beestje goed voor z’n jonkies zorgt wordt hij ook wel Gewone broedwants genoemd.

Verder trof ik een behoorlijk groot aantal gele lieveheersbeestjes aan op dezelfde plant. Dat is dan tellen van de stippen geblazen, ik kom tot 22 stuks. En dat alles op 3 of 4 millimeter lengte. Ook gelet op z’n kleur is het daarom een Citroenlieveheersbeestje.

Ja, het is goed tellen geblazen, want er is ook nog een veelkleurige aziaat die er bijna net zo uitziet, maar die heeft minder stippen maar is ook wel iets groter. Verder heeft deze citroenjongen ook nog twee kleurvariaties, eentje met geel nekschild en eentje met wit nekschild. Dat witte nekschild maakt de verwarring nog groter en in het verleden heb ik me daarmee ook wel eens vergist. Stippen tellen dus.

Over het Veelkleurige Aziatisch Lieveheersbeestje gesproken. Ze vermenigvuldigen zich snel en verdringen hier en daar de inheemse soorten.

Deze twee stonden in de uitbreidingsmodus, ik heb ze verder maar gelaten.
Kleintjes
Wie het kleine niet eert ……. (etcetera) luidt het spreekwoord. Het is daarom vandaag dat ik vooral de kleine kruipers (vliegers) aan bod laat komen. Het zijn bladhaantjes en snuitkevers en ze zijn in het algemeen niet langer dan een centimeter, soms zelfs veel korter. Aan namen heb ik me deze keer maar niet gewaagd, er zijn zoveel verschillende soorten en ze lijken vaak ook nog eens op elkaar. Daarom vind ik bladhaantje of snuitkever vandaag voldoende. Aan het exemplaar hieronder, die vrolijk rondkroop op een blad kun je in vergelijking met dat blaadje zien hoe klein ze zijn.

Hieronder eentje met dezelfde kleuren, maar met veel meer stippen, dat maakt determinatie soms ook zo moeilijk, je vergist je in de telling, of de vlekken zijn nog niet helemaal ingekleurd.

Bij snuitkevers heb je hetzelfde probleem, allerlei kleuren en stippen.

De hieronder staande heeft dan wel ongeveer dezelfde kleuren maar is stiploos, deze heeft meer donkere strepen. Eigenlijk is het de schildkleur die je ziet, met boven op het schild een soort van gekleurde schubben. Als die schubben loslaten krijgt hij weer een totaal ander uiterlijk. Helaas wilden deze twee exemplaren hun snuit niet zo goed laten zien.

Het bladhaantje hieronder vind ik zelf de mooiste van de gevonden exemplaren. Rood doet het goed bij mij, maar of het ook de meest veilige kleur is in de natuur?

Dit zijn twee foto’s van dezelfde soort.

Ze zullen er het hele seizoen door wel zijn, maar ze vallen me meestal alleen maar op in het voorjaar. Want dan steken ze nog af bij het verse groen. Klein maar fijn, ze horen er ook bij.
Enige verwarring
“Ochtendrood, ’s avonds water in de sloot”. Dat was deze week duidelijk van toepassing. Ik was al vroeg wakker op een ochtend en de hemel kleurde rood, vuurrood. Nu ben ik er de persoon niet voor om zo vroeg ’s morgens me naar buiten te spoeden en een goed plekje te zoeken. Bovendien duurt zo’n lichtspektakel meestal maar heel kort en tegen de tijd dat de pyjama is opgevouwen is het al weer voorbij. Dus maar gauw een foto vanuit de achtertuin gemaakt. Het gezegde van hiervoor kwam uit. Het heeft die dag stortbakken vol geregend.

zonsopkomst
Intussen gaat het zoeken naar kleine beestjes wel door zodra ik wat langer wakker ben. De eerste die zich liet zien was een Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje, geel met veel zwarte stippen, intussen hier een bekende soort.

Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje
De volgende een Vloeivleklieveheersbeestje, op zich aan de kleur al wel enigszins te herkennen, verder met uitgevloeide zwarte stippen en met een kenmerkende “Z” achter op het schild.

Vloeivleklieveheersbeestje
Maar toen ….., een oranje-gele, ook met uitgelopen stippen. Bij sommige soorten, vooral het 14-stippelig exemplaar zie je dat veel, maar het patroon van de stippen van deze klopt daar niet mee.

Tienstippelig lieveheersbeestje
Dat deukje in de achterkant van het schild deed me denken aan een Aziaat, maar dat uitvloeien zie je eigenlijk nooit bij die soort. Ik was in verwarring, wat nu weer.

Tienstippelig lieveheersbeestje
Maar even het uitvloeien vergeten en dan het aantal stippen tellen samen met het patroon waar die stippen op het schild zitten bracht me tot de conclusie dat het een Tienstippelig Lieveheersbeestje moet zijn. En jawel ….., bij deze soort komen ook uitgevloeide stippen en deuken in schilden voor. Het patroon van de stippen op het halsschild klopt ook, dus dat zal hem toch wel zijn. ’t Lijkt wel apart, weer eens wat anders. Als ik het toch mis heb hoor ik het graag.
Recente reacties