Kijken
Je wilt wat fotograferen en dat begint met kijken. Maar ook met weten dat je bekeken wordt. Meestal moet ik het dan ook afleggen tegen mijn “onderwerpen”. Ze hebben me meestal eerder gezien en zijn al vertrokken of staan op het punt van vertrekken ver voordat ik ze goed in de kijker heb.

Torenvalk
Maar soms wachten ze even en dan heb je een paar seconden tijd om nog snel een moment aan de vergetelheid te ontrukken. Zoals bij boven- en onderstaande Torenvalk. Maar hij had me al lang gezien. Ze kunnen kun kop bijna in de rondte draaien en of je nu voor of achter ze staat, ze zien je.

Torenvalk
Bij een sprong Reeën staat er ook altijd wel eentje te kijken

Ree in het veld
alleen als je zelf heel stil blijft staan heb je kans dat ze nog even blijven.

Reeën in het veld
Maar ook bij deze sprong heeft het elkaar aankijken niet lang geduurd. Kijken en bekeken worden, in het vrije veld is genoeg te zien, maar slechts af en toe iets te fotograferen.
Veilig maïsveld
Je staat als Ree van het sappige gras naast je verblijfplaats te genieten. Dan komt er een fotograaf langs die naar je kijkt. Wat te doen?

Ree springt in maïsveld
Als de wiedeweerga terug naar je veilige maïsveld, dat is het beste. Totdat de boer de maïs gaat oogsten. Maar dat kan nog wel even duren.
Bloedcicade
Ze zijn er weer, ze laten zich weer zien boven de grond, de Bloedcicaden, die overigens niets met bloed te maken hebben, geen bloed zuigen of zoiets. Het is de kleur die hen de naam geeft. Veel rood met zwart, bruinige ogen en verder vaak zo donker gekleurd dat er nauwelijks details in de donkere delen zijn te onderscheiden.

Bloedcicade
De nimfen leven onder de grond. Die kunnen tegelijkertijd poepen en bellenblazen, beide aan de achterkant. Het schuim dat daarbij ontstaat voorkomt uitdroging. Veel zie je daar niet van, zoals gezegd, het meeste speelt zich onder de grond af. De larven leven in de buurt van de wortels van planten, waarvan er dan ook wel eens eentje wil “sneuvelen”. Die levenswijze geldt voor veel cicaden. Erg populair zijn ze dan ook niet bij plantenliefhebbers.

Bloedcicade
Als je wat te dicht bij zo’n Bloedcicade komt gaat hij meestal snel trillen met de afdekschilden. Dat deed deze ook. Dan kun je de vliesdunne vleugels daaronder ook zien.

Bloedcicade
Om te vluchten gebruikt hij die vleugels eerst niet. Nee, hij maakt eerst een enorme sprong, vele malen de lengte van zijn lichaam, misschien wel honderd keer zo lang, ik heb het nooit gemeten. Hij is ongeveer een centimeter lang en een meter springen is volgens mij geen probleem. Ik kwam te dicht bij en jawel hoor ………….. hups ………….., weg !

Vlieg met stuifmeel
Alleen buurman vlieg bleef over. Waar die z’n neus in gestoken had weet ik niet. Wel dat bij behoorlijk bepakt was met stuifmeel.
Recente reacties