Rondom een pingo (3)
Vandaag het laatste bericht uit een serie van drie met foto’s gemaakt in de buurt van de pingoruïne in het Wijnjeterperschar. Eerst een Boswants alias Roodpootschildwants.

Boswants
Als het kouder wordt trekken de kikkers zich in het bos terug en kruipen onder bladeren om er pas vroeg in een volgend voorjaar weer uit te komen en het water op te zoeken. Dat had de onderstaande ook gedaan, maar ik kwam kennelijk te dichtbij. Verderop zal hij wel weer een nieuwe hoop bladeren hebben gevonden.

Bruine kikker
Braamstruiken bloeien niet allemaal tegelijk en de onderstaande was nog wat laat met het vormen van de braambessen. Een vlieg kon het niet laten om lekker van de bessen te smikkelen. Lekker gezond zulke bramen …….. toch?

vlieg op braam
Er zat een piepklein zwart puntje op een blad. Voorzichtig als ik ben dacht ik allereerst aan een teek. Maar het bleek anders te zijn.

Viervleklieveheersbeestje
Een zwart lieveheersbeestje met vier rode stippen. Piepklein was deze, een millimeter of drie lang. De voorste vlekken zijn een beetje kommavormig. Precies zoals stippen.nl deze soort beschrijft. Het is een Viervleklieveheersbeestje.

Viervleklieveheersbeestje
Daarna kwam er weer een Grote stinkzwam op m’n pad met de slijmerige zwarte sporen nog op de hoed. Die hoed zat helemaal vol met vliegen, dezelfde soort die ook op de bramen zat. Voor de foto even niet. Maar ja, die bramen zijn gezond …. toch?

Grote stinkzwam
Zo, deze wandeling was bijna voltooid. Een verslag in drie delen van een fototocht in de herfst. Er was was nog genoeg te zien, nu nog wel. Straks, diep in de herfst en in de winter wordt het weer rustig.

dode boom Wijnjeterperschar
Nog een blik op die dode boom daar in het veld en op naar huis voor een welverdiend bakje troost.
Glimmende wants
Zodra de zomer een stuk gevorderd is zie ik steeds minder van die kleine kruipers. Daarentegen wel steeds meer wantsen. Daarvan heb je een groot aantal soorten met ook nog verschillende leefwijzen. Er zijn sapzuigers en roofwantsen die prooien leeg zuigen. Echt kauwen kunnen ze niet, het blijft bij zuigen, vaak met een lange zuigsnuit. Bovendien kennen ze verschillende stadia van ontwikkeling, “instars” op z’n Engels. Daarom was het best wel even zoeken naar een naam toen onderstaande zich liet zien.

Boswants (juv)
Hij was kopergroen met geel en bruin met rode ogen, glimmend en met oranje knopen in z’n houtje-touwtje jas. Best wel een mooie wants.

Boswants (juv)
Die rode ogen, hoe klein ook, bestaan weer uit honderden facetten.

Boswants (juv)
Aan de knopen op z’n jas en aan de nog ingepakte vleugels kun je zien dat het een juveniel (onvolwassen) insect is.

Boswants (juv)
En dan de hamvraag: Welke soort is het ? Na veel gezoek denk ik dat het de nimf van een Boswants (Pentatoma rufipes) alias de Roodpootschildwants is. Hij is stevig geschouderd en de kleuren komen redelijk overeen met een bepaald stadium van ontwikkeling. In een later stadium wordt hij hoofdzakelijk bruin met rode poten. Alleen die oranje knopen kon ik niet terugvinden. Maar als ik het mis heb hoor ik het graag.
Een foto van een volwassen exemplaar kan ik niet laten zien. Die zitten meestal hoog in de boom en ik heb hoogtevrees, dus dat wordt ‘m niet.
Recente reacties