Drie is te veel (2)
Hoewel het onderwerp totaal verschillend is blijft de strekking van onderstaand blog dezelfde als het vorige over de opvliegende Grutto’s. Op Bevrijdingsdag zat ik samen met Jan K. op een afsluitboom aan de ingang van het Wijnjeterper schar. De Oranjetipjes vlogen ons bijna om de oren, maar even stilzitten voor de foto was er niet bij. Ik zei nog tegen Jan: ” Laat maar vliegen, pas als ze een vrouwtje zien zitten ze stil”. We hebben ons gesprek na enige tijd beëindigd en ik ben een eindje het gebied in gelopen. Jawel hoor ……….., daar hingen ineens twee parende Oranjetipjes aan een Pinksterbloem. Dat is de waardbloem van deze vlinders, het vrouwtje hoefde na afloop niet ver meer om de eieren af te zetten.

parende Orantjetipjes
Dan blijven ze wel hangen, ik kon ze van beide kanten goed bekijken. In dit geval is het mannetje de bovenste, het oranje van de punten van zijn bovenvleugels schijnt nog door. Het vrouwtje heeft die oranje tip niet op de vleugels. Als je die ziet vliegen denk je al gauw aan een witje. Beide hebben ze wel die prachtige, gemarmerde, tekening op de onderkant van de vleugels.

parende Oranjetipjes
Ook hier kwam een nummer drie langs om eens te kijken of hij ook nog wat kon doen.

Oranjetipje
Hoe ze het doen weet ik niet, maar ook deze indringer werd weg gebonjourd, actie zogezegd.

Oranjetipje
Het stel bleef alleen achter. Het verschil met de eerste foto is dat het mannetje nu z’n ondervleugel een beetje naar beneden schoof. Daardoor liet hij iets van z’n oranje tip zien. Misschien bedoeld als waarschuwing.

Oranjetipje
Het was me nog nooit eerder gelukt drie Oranjetipjes gelijktijdig op de foto te zetten. Maar ook hier bleek dat de derde voor het stel te veel was.
Acrobatische hobbyisten
Momenteel haalt men elders in de wereld ook acrobatische toeren uit: aan de rekstok, in de ringen en noem maar op. Dat zijn hoofdzakelijk profs, helemaal gefocust op hun sport. Niet te vergelijken met de onderstaande halsbrekende toeren. Dit is een stel Kleine rode weekschildkevers (Rhagonycha fulva). Zodra het iets warmer wordt tref je ze bijna niet meer alleen aan. Dan zijn ze voortdurend met z’n tweeën, altijd in de paarstand verkerend. Het lijkt wel een hobby van deze soort.

Kleine rode weekschildkever
Dan maakt het ook niet meer uit waar ze zijn. Dit stel hing aan het uiterste einde van een grasspriet. Het vrouwtje moest maar zien zich vast te houden.

Kleine rode weekschildkever
Volgens mij kunnen ze dit de hele dag volhouden, je ziet ze momenteel bijna niet anders.

Kleine rode weekschildkever
Vervolgens een stel Azuurwaterjuffers, ook al bezig met hetzelfde doel in een zogenaamd paringswiel.

Azuurwaterjuffer
Net zo acrobatisch, ze houden het echter minder lang vol. Die juffers, die maken in elk geval nog mooie figuren. Met een beetje fantasie zie er een hart in. Ja, de natuur kent soms z’n eigen acrobatiek. Net zoals hobbyisten krijgen ze daarvoor geen beloning. Natuurlijk wel een opvolgende generatie in een nieuw seizoen.
Recente reacties