Opperbevelhebber rups
Tijdens een ritje door de velden vielen de enorm grote hoeveelheden van het Jacobskruidkruid me op. Op sommige plaatsen staan vooral de bermen er vol mee. Onschuldig is deze plant niet helemaal. Wikipedia meldt dat het Jakobskruiskruid giftig is voor de meeste zoogdieren en ook voor de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. De bloemen bevatten tweemaal zoveel gif als de bladeren. Vooral bij paarden en runderen kan het gif in de plant leverschade veroorzaken. Bij de mens bijvoorbeeld kan aanraking van de plant een allergische reactie uitlokken. Maar vlinders kijken niet zo nauw, ze hebben toch niet zo lang te leven. Zo zat er een Koevinkje heerlijk te smullen op een dergelijke plant.

Evenzo een Oranje zandoogje die bijna opging in de zee van bloemen. Op de foto hieronder is ook nog een zweefvlieg zichtbaar en hij was al half ondergedoken in het geel.

Mijn doel was om op de Kapellepôle wat libellen of juffers te fotograferen. Echter, ze waren er niet. Dat hadden de fotomaatjes J&J tijdens een bezoek eerder deze maand ook al geconstateerd, maar ik dacht dat het ontbreken tijdelijk zou zijn, maar nee hoor, niets te zien deze keer. Zelfs de heide vertoonde nog geen spoor van bloei.
Wel slingerde aan een grasspriet een sprinkhaan heen en weer en daardoor was fotograferen bijna onmogelijk. Zo te zien was dit nog een onvolwassen exemplaar. Ik kan dan ook niet bepalen welke soort het is. Wel is duidelijk dat we hier te maken hebben met een langsprietsprinkhaan.

Met moeite kon ik nog z’n oog in beeld krijgen. Veel is het deze keer fotografisch niet geworden, maar gelet op de windomstandigheden moest ik het er maar mee doen. Toch nog iets gevonden op de Kapellepôle.

Maar gauw naar huis dacht ik. Totdat ik ineens op de onderstaande rups stuitte.

Eerst opgerold maar hij wilde zich ook nog wel in de volledige lengte laten zien. Als deze rups een militair zou zijn dan zou hij wel opperbevelhebber moeten zijn met z’n dertien gouden strepen. Dat doet geen generaal hem na.

Maar het ligt anders, deze moet ook gewoon de kost opdoen door op bladeren te kauwen. Overigens straalt ook hier de felle gele kleur uit dat hij niet gegeten wil worden, hij doet daarmee alsof hij giftig is.

Hij hoort bij de Elzenuil (Acronicta alni), een overigens niet erg opvallende nachtactive nachtvlinder. De vlinder is op zich vrij zeldzaam. Dat zal wel de reden zijn dat dit de eerste keer is dat ik deze opperbevelhebber-rups heb gezien.
Zomers allegaartje
Het was de week van de langzaam teruglopende temperaturen, van een hittegolf naar iets meer normaal. Wat mij betreft: gelukkig maar. In de volle zon vond ik het niet om uit te houden, ook niet langs de zeedijk. Maar gauw terug naar de schaduw en de airco in de auto, er zat niets anders op.

aan de zeedijk
Het werd de week van de plaknachten, met extreem hoge nachttemperaturen. Uiteindelijk ben ik eens midden in de nacht maar buiten gaan liggen om nog wat “vallende sterren” te scoren. En laat ik daar nu wel in slaap zijn gevallen, dus niets gezien. Na een paar uur werd ik wakker met jeuk, want de muggen sliepen niet.

zonsondergang
Een week waarin ik de vrije natuur voor mezelf in eerste instantie tot verboden gebied heb verklaard. Al zwetend allerlei steekmuggen en teken aantrekkend, dat zag ik eerst nog niet zitten. Bovendien moest je een paar liter water meenemen en dus een paar kilo gewicht en dat trok me ook niet.

Buizerd
Maar geleidelijk werd het beter en kreeg ik toch nog een Lantaarntje (v) voor de lens. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de airco niet ver weg was.

Lantaarntje (v)
Wie allemaal ook moeilijk zouden kunnen doen over die hitte, zeker de vlinders niet. Het zorgde er wel voor dat ze heel actief waren en nauwelijks stil wilden zitten. Behalve dit Oranje zandoogje dan.

Oranje zandoogje
Uiteindelijk heeft een weeromslag voor wat lagere temperaturen gezorgd, wel eerst met flinke onweersbuien. Vandaag met veel wind, maar buiten is het nu goed toeven. Gelukkig weer een beetje terug naar normaal.
Dubbelogig zandoogje
Na een regenachtige dag als vandaag, het zijn tenslotte de Hondsdagen, heb ik behoefte aan wat kleur en fleur. Lang hoefde ik niet naar een onderwerp te zoeken, want vorige week kwam ik na de Heideblauwtjes terecht tussen allerlei zandoogjes. Je hebt daarvan diverse soorten en die fladderden daar wel zo ongeveer allemaal rond. Een foto maken was wat moeilijker want ze namen nauwelijks rust. Maar ik vond er toch eentje, hangend aan een Wederik. Geel, oranje en bruin, dat geeft genoeg kleur voor vandaag. Een Oranje zandoogje.

Oranje zandoogje op Wederik
Voor het gemak ga ik er bij het determineren meestal vanuit dat deze soort twee witte puntjes in die zwarte oogvlekken op de bovenvleugels heeft. Dat klopt vaak ook wel, maar dat is geen bepalend kenmerk, op vlindernet wordt dat duidelijk aangegeven. Meer bepalend is die donkere rand rondom het oranje. Ook het Bruin zandoogje kan die twee witte puntjes in de vleugels hebben. Maar meestal is dat slechts één wit puntje, echter er zijn uitzonderingen. Vorige week zag ik zo’n uitzondering,

Bruin zandoogje
een Bruin zandoogje met wel degelijk twee witte puntjes in elke oogvlek. Deze vlinder was al behoorlijk gebleekt en na de regen van vandaag zal hij nog wel wat minder bruin zijn geworden.

Bruin zandoogje
Tenslotte nog een éénpuntig Bruin Zandoogje.
Recente reacties