de Juffer en het Kroonvogeltje
Zo langzamerhand krijgen de bomen en struiken weer bladeren. Dat heeft tot gevolg dat allerlei insecten vanaf de bodem omhoog kruipen en dat was voor mij reden om weer een macrolens mee te nemen het veld in. Met de hoop op hier en daar een kruipend insect te kunnen vastleggen. Dat is ook wel gelukt en die foto’s volgen nog. Maar ik kreeg ook mijn eerste juffer in dit seizoen voor de lens. Normaal is dat een roodgekleurde vuurjuffer, maar deze keer was de eerste eens een blauw exemplaar. Hoewel ……, blauw, deze was zo vers dat de blauwe kleur nog niet helemaal was bereikt, deze was nog grijs/paars/blauw.

Eerst kon ik niet goed zien welke soort het was, maar een tweede foto gaf duidelijkheid. Op achterlijfsegment twee staat duidelijk een U die los staat van de segmentrand. Het is dus een Azuurjuffer, waarvan een oudere naam nog altijd door mijn hoofd speelt namelijk Hoefijzer azuurjuffer. Het hoefijzer is duidelijk herkenbaar op achterlijfsegment 2.

Iets verderop hing een bruin pakketje aan een tak, oppervlakkig bekeken leek het een dor blaadje dat aan de tak was blijven hangen.

Maar van ietsje dichterbij bekeken bleek het bruine dorre blaadje pootjes te hebben en ook ogen. Duidelijk een nachtvlinder dus. Ook de eerste voor mij in dit seizoen. Het werd nog een heel geknoei om hem op de foto te zetten. Ik moest met de camera allerlei takjes opzij duwen. waardoor ook de vlinder weer uit beeld schoof. Hopeloos gepruts, maar uiteindelijk is het toch nog een beetje gelukt.

De naam heb ik thuis moeten opzoeken. Nu vlindernet z’n herkenningssysteem van hun website heeft verwijderd vind ik het nog moeilijker dan anders om een goede naam te vinden.

De blonde opstaande blonde kuif gaf uiteindelijk de doorslag bij de naamgeving. Het blijkt een Kroonvogeltje te zijn, alias Ptilodon capucina, een nachtactieve nachtvlinder die vaak alleen maar in vangemmers is te vinden. De blonde kuif alias kroon zorgt voor de naamgeving. Het is wel een zeer algemene soort in Nederland, niet bedreigd, maar dit was voor mij de eerste keer dat ik hem herkende. Natuurlijk, bont gekleurde dagvlinders trekken altijd meer de aandacht, maar de nachtvlinders mogen er ook zijn.

De rups van het Kroonvogeltje had ik al wel eerder gezien, gewoon een mooie rups.

Ik sluit af met een Pinksterbloem, momenteel in zeer groten getale aanwezig. Net wat anders dan de eerste juffer en de eerste macrovlinder dit seizoen, die zijn een stuk minder vaak zichtbaar op dit moment.
PS. De editor van wordpress werkt voor geen meter op dit moment, ik moet allerlei trucs uithalen om een foto toe te voegen, ik ben benieuwd of het allemaal wel goed komt deze keer.
Geluk gehad ?
De jongere generatie kent ze waarschijnlijk niet meer, de naar kamfer ruikende mottenballen. Als het seizoen vroeger voorbij was kregen de kleren voor dat seizoen (zomer- of winter) een plaatsje in een kast en werden er mottenballen bij gelegd. De angst voor motten was groot. Een mot in een woning kon dan ook direct een mep verwachten welke de vlinder niet overleefde. Tegenwoordig overleven vele naar binnen vliegende motten, die vaak op licht afkomen, het ook niet. Een veel voorkomende mot is de Huismoeder, een saai lijkende bruin gekleurde nachtvlinder. Maar deze soort heeft een waarschuwingssysteem. Zijn gele ondervleugels, die de vlinder alleen maar laat zien bij gevaar. Dat gevaar was ik in dit geval. Meppen, dat doe ik niet als er een vlinder in huis zit. Vangen is het devies en daarna buiten weer vrij laten.

Huismoeder (detail)
Voor het vangen moest hij wel op ’t portret natuurlijk.

Huismoeder
Eenmaal buiten vrijgelaten vloog de vlinder direct naar de bladeren van een klimop. Hij blij, ik blij. De blijdschap duurde niet lang. Een Mus kreeg de vlinder in de smiezen en je kon het zo snel niet bedenken of de vlinder was gevangen in de snavel van de mus. De vlinder kon nog wel fladderen. Een kleine onoplettendheid van de mus zorgde ervoor dat de Huismoeder alsnog kon ontsnappen, ik zag hem weg fladderen. Geluk gehad zou je zo denken.

vleugel van Huismoeder
Maar de volgende morgen (vanmorgen) zag ik opnieuw een Mus die een Huismoeder had gevangen. Deze keer hielp er geen lieve moedertje aan. Een vleugel bleef achter. Daar had een mier wel belangstelling voor. Geluk duurt soms maar kort, geniet ervan zolang het kan.
rups Kroonvogeltje
De derde dinsdag in september, een begrip in Nederland. Paarden, gouden koets, koning(in), troonrede, hoedjes ……., het zijn de woorden die in me opkomen. Maar om daar nu een passende foto bij te vinden als je in principe geen herkenbare mensen op je (natuur)site wil plaatsen, dat valt niet mee. Afgelopen zaterdag kreeg ik die fotos in de schoot geworpen op de Kapellepôle. Op een vuilboom kroop een opvallende rups rond. Groen met een gele langsstreep en twee opvallende rode “puisten” aan de achterkant van het lijf.

rups Kroonvogeltje
De rups was duidelijk onderweg en op zoek naar een lekker stukje blad. Op de foto hieronder lijkt hij een stuk uit een blad te snoepen. Dat stuk was echter al in herfststemming en de rups ging verder.

rups Kroonvogeltje
Hij liet zich, kruipend over een tak, goed bekijken. Veel beter dan op onderstaande foto kan ik niet laten zien dat de rups van een vlinder een kop, drie paar poten bij de kop, maximaal vier paar buikpoten en een naschuiver heeft.

rups Kroonvogeltje
Het is de rups van het Kroonvogeltje, een overigens onopvallende bruine nachtvlinder die zich overdag eigenlijk nooit laat zien. Vooral die beide rode “puisten” op het achterlijf zijn opvallend. Verder zorgt het rood in de poten en buikpoten ook nog voor een opvallend accent. De beharing zorgt voor een “stekelig” uiterlijk.

rups Kroonvogeltje (detail)
Wat me weer terug brengt bij Prinsjesdag. Het gezegde is dat je stil moet zitten als je geschoren wordt. Prinsjesdag 2013, vandaag horen we officieel welke “haren” er het komende jaar worden afgeschoren.
Recente reacties