Hoogtepunten 2011
Zo’n grote liefhebber van terugblikken ben ik nu ook weer niet. Toch kom ik er niet onderuit zo aan het einde van het jaar eens na te gaan wat er allemaal voor m’n camera kwam. Daarbij kwamen er voor mijn gevoel wel vijftig foto’s boven drijven, elke week wel eentje die net iets meer heeft dan de andere. Goed voor wel tien keer een terugblik. Dat is me teveel van het goede. Uit die vijftig heb ik zonder lang na te denken een keuze gemaakt. Het zijn voor mij hoogtepunten of hoogtepuntjes uit het afgelopen jaar.
De Meeuw, die voor een bijzon langs vloog,

Bijzon
de Bleke zweefwesp met die potsierlijke schilden aan de voorpoten,

Bleke zweefwesp
de Goudvlieg (om het maar wat algemeen te houden) die stil bleef zitten en daarmee zijn vervaarlijke uiterlijk goed liet zien, ook zijn facetogen,

Goudvlieg
een Krasser, waarmee ik enige tijd “kiekeboe” heb gespeeld,

Krasser
en die Nachtpauwoog, die vlak naast het wandelpad hing.

Nachtpauwoog
Stuk voor stuk voor mij bijzonder. Ik realiseer me dat het bijna allemaal macrofoto’s zijn geworden. Ik heb nog een paar telefoto’s bewaard voor morgen, dan laat ik die zien in een andere context.
Grote ogen
Het was de vraag of een rondje Merskenheide veel fotomateriaal zou opleveren. Het was warm en dan kruipen zelfs kleine insecten in de schaduw. Maar het viel mee, ik heb nauwelijks kleine kruipers gezien, wel wat fladderaars en aan het eind zelfs een paar grote ogen.
Een Tjiftjaf was zijn liedje aan het zingen. Hij had er een mooi plekje voor opgezocht. Zo tussen die takjes leek het net alsof hij zijn eigen muziekkoepel had gecreëerd.

Tjiftjaf
Aan een blad hing een vlinder amechtig te wezen. Een Blauwbandspanner (Cosmorhoe ocellata). Het blauwe in zijn vleugels lijkt hier meer grijs, dat zal wel van de lichtinval komen. Een vrij algemene vlinder.

Blauwbandspanner
In het gras hing een Bonte bandspanner (Epirrhoe tristata). Het lijkt wel alsof hij ogen op z’n vleugels heeft. Ook dit is een vrij algemene vlinder.

Bonte bandspanner
Het bijzondere van de wandeltocht kwam tegen het eind. Vlak naast het pad hing een Nachtpauwoog (Saturnia pavonia) in de bladeren. Dit is een mannetje, dat zie je aan z’n bruine kleur en de grote veren op z’n kop. Met die die veren kan hij een vrouwtje “van mijlenver” ruiken. Dat vrouwtje is groter en grijzer en is eigenlijk alleen maar ’s nachts actief.

Nachtpauwoog (m)
Hij liet zich goed fotograferen maar hield wel z’n vleugels gesloten. Z’n ondervleugels zijn geel en daarop staan ook nog eens twee iets kleinere ogen. Die laat hij alleen zien bij gevaar. Waarschijnlijk werd ik niet als zodanig herkend. Maar hiermee ben ik ook tevreden. Een niet zo vaak geziene vlinder die ook nog eens rustig blijft zitten is ook wat waard.
Recente reacties