Kruip door, sluip door
Binnen zitten, dat trok me niet, maar buiten lopen evenmin, je kon elk moment een bui op je pet krijgen. Daarom besloot ik deze keer eens een fotografisch rondje Westerkwartier in de provincie Groningen te rijden en het te combineren met een andere hobby. Fotografisch gezien leek het op een mislukking uit te lopen, er was nauwelijks een “grote” vogel in het veld te zien. Uiteindelijk kreeg ik wel een kleintje, een mannetje Rietgors voor de lens, maar hij was ver weg, heel ver.

Wel leuk vond ik dat in een weiland nog originele blaarkoppen liepen (lagen), inclusief hoorns en dat zie je niet zoveel meer. Het moet een liefhebber zijn, de boer die dit vee bezit. Blaarkoppen, een ras dat van vanouds aan Groningen wordt gekoppeld.

Het lukte verder allemaal niet zo en daarom besloot ik als laatste nog langs het Mienscheer in Nuis te rijden. Daar ligt een soort van super-mini weerribben, waarschijnlijk ook een overblijfsel van de vervening die ook in dat gebied heeft plaatsgevonden. Twee ribben en drie weren, klein, klein, dat is alles. Maar daar deed ik in het verleden af en toe verrassende waarnemingen. Aan de andere kant van de weg ligt een poeltje, ’s zomers vaak drooggevallen, maar nu stond er water in. Dwars door het riet heen zag ik een witte vogel met een pluim op de kop.

Het werd een gevecht met het riet en de andere begroeiing om deze vogel een beetje fatsoenlijk op’t portret te krijgen.

Het werd een beetje kruip-door, sluip door, om toch dat gaatje te vinden. Gelukkig liep de vogel door en kwam hij wat beter in beeld.

Niet dat hij helemaal vrij kwam van de begroeiing, maar genoeg om hem herkenbaar in beeld te brengen, inclusief z’n gele keel.

De bovenstaande foto was ook het beste wat ik er van kon maken, hij liep weer door en verdween compleet achter de begroeiing. ’t Was mooi geweest. Toch wel bijzonder, een Lepelaar in Nuis, ik had het niet verwacht.
Recente reacties