Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Posts tagged “Landkaartje

libellen op een paarse heide

Zoals ik gisteren al schreef, op de Kiekenberg was behalve de paarse struikheide nog meer te zien. Het “tilde er op” van de libellen. Grote Keizerlibellen, mooi blauw gekleurd, vlogen me om de oren, maar ze hadden geen tijd om ook maar even te poseren. Dat wilde zo af en toe een heidelibel wel.

Steenrode heidelibel

De soort die ik kon vastleggen was alleen maar de Steenrode heidelibel: geen lange donkere streep langs het achterlijf, zwarte poten met gele strepen en een afhangende snor. Die snor is op de onderstaande foto goed zichtbaar.

Steenrode heidelibel

Er vlogen ook een aantal vlinders rond, eentje sprong eruit, het Landkaartje met een zomerjas aan. Deze liet heel mooi zien waarom hij zijn Nederlandse naam heeft gekregen. Op de onderkant van de vleugels bij deze soort zie je bijna een verkavelingspatroon terug. In het voorjaar is de bovenkant van hun vleugels hoofdzakelijk oranje gekleurd, in de zomer is dat zwart. Deze had duidelijk geen zin de bovenkant van z’n vleugels ook nog eens te laten zien.

Landkaartje (zomer)

Daarom heb ik nog maar een archieffoto bijgevoegd zodat wel duidelijk is hoe deze er nu aan de bovenkant uitziet.

Landkaartje (zomer)

 

Terug naar de Steenrode heidelibellen, eentje liet zich goed van voren fotograferen,

Steenrode heidelibel

en ik kon deze eens diep in de facetogen kijken.

Steenrode heidelibel (detail facetogen)

Er was nog meer, daar op de Kiekenberg, daarop kom ik nog wel eens terug. Maar heidelibellen op paarse struikheide, dat was toch de hoofdmoot deze keer.

Advertentie

Een beetje fleur (2)

Soms wil je (ik) te snel. In het vorige blog had een foto in vol ornaat van een Landkaartje – in voorjaarskleuren- moeten staan. Helaas, te snel, vergeten. Daarom nu alsnog.

Landkaartje -voorjaar-

Landkaartje -voorjaar-

Het is momenteel toch al moeilijk om een dagvlinder op de foto te krijgen, ze verstoppen zich en zitten, net als ik, op beter weer te wachten. Andere “verstoppers” zijn de microvlinders. Niet langer dan een centimeter, soms nog veel kleiner. Vaak krijg je ze niet te zien omdat ze heel snel aan de achterkant van een blad gaan zitten (hangen). Soms lukt het dan toch. Persoonlijk vind ik het moeilijk om de microvlinders op naam te brengen, ze lijken vaak enorm veel op elkaar en de verschillen zijn slechts miniem. Toch denk ik dat de onderstaand een Purperrode haakbladroller (Ancylis unculana) is.

Puperrode haakbladroller

Puperrode haakbladroller

Bij de onderstaande komen ook een paar namen bovendrijven. Vermoedelijk is het de Kersenbladroller (Pandemis cerasana).

Kersenbladroller

Kersenbladroller

Nee, dagvlinders laten zich momenteel niet zo goed zien. Maar met een aantal mooie microvlinders ben ik ook wel tevreden.


Een beetje fleur

Na een paar grauwe, druilerige dagen is het tijd om de boel maar weer eens op te fleuren. Dat kan nog net met de grote hoeveelheid Koekoeksbloemen die er in het Wijnjeterperschar staan. Ze lopen een beetje op hun laatste benen, binnenkort is de fleur er wel af.

Koekoeksbloemen in het Wijnjeterperschar

Koekoeksbloemen in het Wijnjeterperschar

De Lijsterbessen zijn ook bijna uitgebloeid. De bloemen ruiken lekker en er komen allerlei bezoekers op af. Een Landkaartje in voorjaarskleur,

Landkaartje -voorjaarskleur-

Landkaartje -voorjaarskleur-

een Groentje

Groentje op Lijsterbes

Groentje op Lijsterbes

en een Ringelrups lag als een kerstkransje boven op de bloemen.

Ringelrups op Lijsterbes

Ringelrups op Lijsterbes

Een Argusvlinder bleef laag bij de grond.

Argusvlinder

Argusvlinder

De laatste was niet van dichtbij te benaderen, uiteindelijk moest de telelens eraan te pas komen. Aan de ogen op z’n vleugels kun je zien dat hij bij de zandoogjes hoort.

Het is maar een kleine greep uit wat er allemaal was te zien. De kleur, die is er wel, nu nog wat zon en warmte.