Alle beetjes helpen
Het is vaak maar een wrede bedoening in de natuur. Niets wordt ontzien als het om overleven gaat. De meeste prooien worden rauw opgepeuzeld. Slechts een enkele soort verdooft zijn prooi eerst, maar dan alleen maar om te verlammen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er verdedigingsmechanismes zijn. Soms hebben insecten de kleuren van een “gevaarlijke” soort zoals de wesp. Die kan zich goed verdedigen. Er zijn dan ook een aantal soorten die minder snel worden aangevallen als ze kleuren van gevaarlijke insecten aannemen. Zo eentje is de Gewone pendelzweefvlieg, geheel in de kleuren van de wesp.

Maar ze hebben geen lange antennes zoals wespen, en ze missen ook de ingesnoerde taille die echte wespen wel hebben, het heeft dan ook geen zin om te gaan molenwieken als een zweefvlieg zich laat zien. Hoe klein ook, wel weer uitgerust met facetogen zodat ze eventuele aanvallers wel goed in de gaten kunnen houden.

De onderstaande pakt het heel anders aan, hij lijkt heel veel op een wesp, heeft zelfs een ingesnoerde taille. Maar de kleuren zijn toch net iets anders, minder zwart en meer rood. Ik ga ervan uit dat het een Gewone wespbij is, een koekoeksbij die parasiteert op andere soorten. Maar hij ziet er dermate gevaarlijk uit dat hij niet gauw zal worden aangevallen. Deze is wel wat gehavend, hij mist het onderste deel van zijn rechter middenpoot.

Een aantal jaren geleden kon ik ook al eentje fotograferen. Wat die aan het doen was weet ik niet, rekstokoefeningen of zoiets. Helemaal zeker dat dit ook een Gewone wespbij is ben ik niet, zo te zien heeft deze meer zwart op de rug.

De signaalkleuren zijn echter wel duidelijk “blijf van me af”. Dat heeft de volgende niet nodig. Hij is wel wat rood gekleurd,

het is de Rode bosmier. Ooit ben ik in mijn argeloosheid ergens op de knieën gegaan om een mooie wants te fotograferen. Midden op de snelweg van deze mieren bleek me al gauw. Binnen de kortste keren lieten ze me weten dat ik niet welkom was daar, het “jeukte” overal. Deze bosmier heeft allemaal bladluizen gevonden. Daarvoor geldt hetzelfde. Door hun groene en soms bruine kleur hopen ze niet op te vallen op de bladeren en stengels. Maar zoals altijd en overal, het kan ook wel eens mis gaan. Echter, als een vermomming kan helpen om te overleven dan kun je toch zeggen dat alle kleine beetjes helpen.
__________________________________________
Hieronder staan waarschijnlijk weer een grote hoeveelheid advertenties die niet door mij zijn geplaatst en waarvan de inhoud buiten mijn verantwoordelijkheid ligt. Daaronder kunt u reageren op deze pagina.
Wijlen een libel
Afgelopen zaterdag was het van dat typische heen-en-weer weer. Af en toe scheen de zon fel, af en toe regende het pijpenstelen, af en toe onweerde het. Het was voor mij wat heen en weer schuifelen tussen de tuin en de huiskamer. Op een bepaald moment liep ik na een forse bui terug naar buiten en daar lag een Blauwe glazenmaker op z’n rug. Voor de bui was er nog niets te zien. Hij lag er roerloos, schijnbaar dood, helemaal onbeschadigd, uit de lucht gevallen dacht ik zo.

Blauwe glazenmaker (onderkant)
‘k Heb hem omgedraaid, wie weet kwam er nog weer beweging in. Z’n bek stond open. Eigenlijk is het dier z’n hele leven lang op rooftocht. Als larve onder water levend smikkelen ze al allerlei andere wezens op en als imago doen ze ook niet anders dan andere insecten vangen en opeten. De beweging kwam niet.

Blauwe glazenmaker
Op een drogere plaats kon ik hem goed bekijken. Alleen al aan het kleurenpakket, maar ook aan de ingesnoerde taille kun je zien dat het een mannetje is.

Blauwe glazenmaker
Die kop bleef stil en schuin hangen, hij was wijlen.

Blauwe glazenmaker
Opvallend vond ik die druppel op dat facetoog. Normaal poetsen ze met hun poten die druppels af van hun ogen. Nu niet meer, het was voorbij.

Blauwe glazenmaker (detail)
Na nog een bui keek ik opnieuw even buiten. De glazenmaker was verdwenen, meegenomen en opgegeten door een vogel vermoed ik zo. Tja …, het is eten en gegeten worden in de natuur.
Smaragdlibel
‘k Had hem in een doosje kunnen doen en mee naar huis nemen, zo mak was de onderstaande Smaragdlibel. Toegegeven, het was al laat in de avond, misschien was hij slaperig. Nog vrij vers, z’n ogen moeten nog groen worden.

Smaragdlibel
Meenemen naar huis? Natuurlijk niet. Hij gaf me echter wel de gelegenheid allerlei details vast te leggen. Het fijne netwerk van de vleugels met daarin het gekleurde vlakje dat we pterostigma noemen. Bij soortbepaling van juffers en libellen speelt de kleur van dit vlakje vaak een rol.

vleugels Smaragdlibel met donker pterostigma
De aanhechting van de vleugels aan het borststuk. Ook de ingesnoerde taille van dit exemplaar is aan de onderkant van de foto goed te zien. In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten behoort die ingesnoerde taille bij een mannetje. Het is dus met recht dat ik hier “hem” en “zijn” schrijf.

vleugelaanhechting Smaragdlibel en ingesnoerde taille
Een zijaanzicht,

Smaragdlibel
de achterlijfaanhangsels. Het is me niet helemaal duidelijk of hij net “iets” aan het produceren was of dat er toevallig “iets” aan zijn achterlijf hing. Ik vermoed het eerste “iets”.

Smaragdlibel achterlijfaanhangsels
Tenslotte zijn facetogen.

Smaragdlibel facetogen
Dichterbij dan dit kan ik niet komen. En dan heb ik het nog niet eens over de prachtige bronsgroene kleur gehad.
Recente reacties