O E is d’r
Nee, dit geen uitspraak analoog aan “ie bint d’r” dat zal verderop wel blijken. Eerst bevind ik me nog even tussen de grote vogels in het wildland. Zoals deze Grauwe Gans, met zoals ik het altijd noem een oranje wortel voor de kop. Alleen al daaraan kun je hem herkennen.

Vergezeld van een aantal Kolganzen, die overigens een stuk kleiner zijn dan die Grauwe ganzen. Het is wel duidelijk waar hun naam vandaan komt met die witte kol op hun voorhoofd. Bij de vogel hieronder kun je ook goed de brede donkere banden op z’n buik zien, waardoor je ook deze soort in de vlucht altijd wel kunt herkennen.

Maar ik kwam niet voor de ganzen. Ik hoopte ergens een Kievit of mogelijk zelfs wel een Grutto te kunnen ontdekken. Dat leek eerst niet te gaan gebeuren. Het leek bij alleen ganzen te blijven. Maar eindelijk, daar was dan toch die Kievit. Hij bleef onverstoorbaar met de rug naar mij toe staan. Nou, op zich is dat niet erg, want daarmee kon ik zijn iriserend verenpak eens goed vastleggen en bovendien kwam de structuur van de dekveren op de rug ook nog eens goed in beeld. Gelet op z’n lange kuif moet dit wel een mannetje zijn, op z’n Frysk is het dan een “âld hei”.

Gelukkig was er ook nog eentje die zich beter liet zien, voorzien van kortere kuif en dat zal dan wel een vrouwtje zijn geweest. Deze was geringd, maar die ringen kon ik in eerste instantie niet goed aflezen.

Na enige tijd kwamen die ringen toch beter in beeld, een witte ring met O aan de rechter poot en een ook witte ring met E aan de linker poot. Vandaar dat ik deze maar even OE heb genoemd

en tevens een blikken ring onder aan de linker poot, maar die kon ik niet goed aflezen. De kenners zullen wel weten om welke vogel het hier gaat.

Dat is een brug te ver voor mij, ik was vooral blij dat deze O E zich liet zien, het weidevogelseizoen is begonnen. O E is d’r bij.
Vogels, heel veel vogels
Het lokte me eigenlijk niet zo erg in de afgelopen week om buiten rond te scharrelen. Het was koud met een snijdende noordenwind, het regende zoveel dat het veld voor m’n huis op een modderpoel begon te lijken, het waaide hard en het onweerde ook nog eens. Maar het voorjaar nadert, dus eropuit, op zoek naar die zomergasten. Ik verwachtte toch nog wel ergens een zielig stil zittende Kievit of een Tureluur te kunnen ontdekken. Veel vogels verwachtte ik niet te zien. Maar dat pakte anders uit, heel anders dan ik verwachtte. Want ik zag veel vogels, heel veel vogels, maar wel anders. Het begon met deze twee exemplaren Grauwe gans, kennelijk de gans der ganzen want wetenschappelijk heet deze Anser anser, dubbelop dus.

Grauwe gans – Anser anser-
Al gauw belandde ik tussen grote groepen Kolgans, Anser alfibrons wetenschappelijk genaamd. Dit zijn weglopers, als je in de buurt komt kuieren ze bij je vandaan en het werd moeilijk zo’n grote groep van dichtbij vast te leggen. Een paar vogels hielden het wat langer vol en die kon ik van redelijk dichtbij fotograferen.

Kolgans – Anser alfibrons –
Even verderop zag ik een mix van Kolgans en Brandgans.

Kolgans en Brandgans mix
Weer iets verderop werd het een vrolijke boel. Honderden spreeuwen stonden links van, midden op en rechts van de weg. Vanuit de verte leek het alsof er overal modder lag. Ik had een totaalbeeld in m’n hoofd, ik heb zelden zoveel spreeuwen tegelijk aan de grond gezien. Dat ging niet door, ik kwam waarschijnlijk te dichtbij. De meeste spreeuwen vertrokken, slechts een klein groepje bleef. Dat leverde een beeld op drie soorten vogels in een weiland, vooraan de spreeuwen, daarachter kolganzen en helemaal achteraan een grote groep meeuwen.

spreeuw, gans, meeuw
Tenslotte kreeg ik iets verderop nog een groep Brandgans voor de lens. Ik had me erbij neergelegd en dacht: “dit wordt een anser-dag” (ganzen-dag). Maar laat die brandganzen nu net een andere wetenschappelijk naam hebben gekregen namelijk Branta leucopsis, lekker duidelijk.

Brandgans – Branta leucopsis –
Deze zijn van de drie soorten die ik zag de meest schuwe en ik kreeg dan ook een vliegshow van ze.

Brandgans vlucht
Hupsakee, met z’n allen d’r vandoor.

Brandgans vlucht
Om een stuk verderop maar weer te landen, maar dat was te ver weg voor een foto.

Brandgans in de vlucht
Dit zijn echt mooie vogels, maar het zijn er wel erg veel tegenwoordig. Ik kan me niet herinneren ooit zoveel vogels tegelijk binnen een paar honderd meter te hebben gezien. Hopelijk krijg ik de volgende keer toch wat meer zomergasten voor de lens.
Lang gras
De afgelopen herfst- tevens vakantieweek is het me niet gelukt nieuwe foto’s te produceren, de software op m’n nieuwe computer is nog niet op orde. De oude programma’s, sommige nog uit de tijd van windows98, zijn ook aan vernieuwing toe. In elk geval is het me nog niet naar de zin, de zoektocht gaat door. Daarom vandaag enkele foto’s van enige tijd geleden, toen het nog voorjaar en geen herfst was. Ergens in een veld stak een kop met snavel boven het lange gras uit. Het leek een beetje een op zoekplaatje. Ik had wel zo’n vermoeden ….,

Grauwe gans
…… maar toen ik inzoomde wist ik dat dit een Grauwe gans was. Eenzaam en helemaal alleen in een groot weiland. Dat zie je niet zo vaak, een gans zo helemaal alleen. Eentje die besloten heeft hier te blijven en niet naar Siberië te vliegen. Zoals steeds meer van deze jongens overigens. Broeden lukt hier ook wel.

Grauwe gans
Verderop stond een Gele kwikstaart ook in het hoge gras.

Gele kwikstaart
Met een bleekgele borst, een vrouwtje dus.

Gele kwikstaart
Ons “contact” was van korte duur, mevrouw sloeg op de vlucht.

Gele kwikstaart
Maar het mannetje met z’n knalgele borst bleef staan in het lange gras.

Gele kwikstaart
Wie ook bleef staan was deze Tureluur, maar dan op een paal. Wel met de bekende schokkende bewegingen van de kop, maar dat zie je niet op een foto.

Tureluur
Dat was voor mij die dag de hoofdprijs. De komende week maar weer verder met m’n zoektocht. Er zal uiteindelijk wel iets uit het “lange gras” opduiken.
Recente reacties