Ook nieuw
Het weer was goed in de afgelopen week op een klein regenbuitje na. Dus ging ik weer op fotojacht naar nieuwelingen in de natuur. De zoektocht leidde eerst tot de “vangst” van een Vuurjuffer, rood met zwarte poten en dat in het begin van het vliegseizoen, altijd of de eerste of één van de eerst vliegende soorten juffers in het voorjaar.

Stilletjes had ik de hoop nog ergens een libel te kunnen “verschalken”. Eerst leek dat er niet op, er vlogen wel een aantal rond, maar die hadden geen poseren in de zin, ze waren duidelijk op jacht. Ik had de hoop al opgegeven, toen er hoog in een struik toch nog een Smaragdlibel hing. Normaal zou ik hem daar niet hebben gezien, maar z’n vleugels glinsterden dermate in de zon dat hij ineens, toen het licht uit de goede hoek kwam, wel opviel. Hoog in de struik, dat werd fotograferen met de camera boven het hoofd en dan maar een foto maken op de gok. Ik heb wel 50 foto’s gemaakt en slechts een paar hadden een redelijk resultaat.

Zij die dit weblog al langer volgen weten dat ik het liefst de libellen zodanig vastleg dat de facetogen herkenbaar zijn. Dat zat er deze keer met die gok-fotografie niet in, ik was al blij dat de libel redelijk op de foto stond. Maar ik kreeg een onverwachte tweede kans, niet met een libel, maar met denkelijk een Grote dansvlieg.

Hij is een stuk stuk kleiner dan zo’n libel, maar bij deze lukte het wel de facetogen vast te leggen.

Tenslotte nog een andere “nieuweling” in het veld, een Salomonszegel. Een plant van de schaduw of halfschaduw op bosgrond. Heel vaak zie ik hem niet. Opvallend vind ik altijd die “rijtjes” bloemetjes die aan de steel hangen.

De plant bevat gif, dus je moet niet van de blauwe bessen eten die er in de herfst aan groeien op de plaats van de bloemetjes. Vogels eten die bessen overigens wel en poepen de zaden weer uit, met dus daar alvast een laagje mest omheen, zodat ze een goed begin hebben na het uitzaaien.

Dus toch weer een aantal nieuwelingen, het wordt momenteel met de dag mooier in de natuur.
Herfstig allerlei
Vandaag een verzameling van fleurige herfstkleuren. Hoewel de onderstaande paddestoel de juiste kleuren heeft, mankeert de ring om de steel en de witte stippen van de vliegenzwam. Verder is deze soort veel steviger, maar ook kleiner. Het is denkelijk eentje uit de Russula-familie, misschien een braakrussula. Ook al omdat de hoed felrood is, net iets dieper roder dan bij de vliegenzwam. In het geval van een braakrussula is hij zwaar giftig.

Wie me ook altijd opvalt is de Amethistzwam, ook wel rodekoolzwam genoemd. De reden daarvoor lijkt me wel duidelijk.

Minder opvallend is onderstaande boleet. Het bijzondere van deze paddestoel is dat hij bezoek had, denkelijk bladluizen.

Nog lang niet alle bladeren van de eik zijn afgevallen. Dan is het even zoeken, maar een gal is gauw gevonden. Maar een gal met slak, die zie je niet zo vaak.

Hier en daar zijn de dekrammen ook weer losgelaten. De onderstaande heeft goed z’n best gedaan. Of …., en dat is waarschijnlijker, het is nog een jonge onervaren ram, nog een wildebras.

Nog maar eens een stel russula’s, altijd een kleurig accent in het bos.

Je zou het niet denken, maar onderstaande plant is voor mij ook herfst. Hij staat in m’n tuin te pronken. Elk jaar weer, diep in de herfst, begint hij met bloeien en hij houdt het vol tot en met de eerste zware nachtvorsten. Vorig jaar bloeide hij met kerst nog. Ik heb hem ooit eens als verjaardagscadeau gekregen met de mededeling dat hij niet winterhard is. Maar ik heb hem nadat hij was uitgebloeid gewoon in de koude grond geplant. Tot nu toe komt hij elk jaar weer tot bloei. Een naam weet ik niet.

Als je goed kijkt is de herfst toch niet zo triest, overal is wel kleur. Totdat het zwaar gaat vriezen, dan verdwijnt ook de laatste kleur. Tot die tijd dus nog maar even genieten van die kleuren.
Boerenwormkruid met (1)
De bermen zijn momenteel vaak geelgekleurd. De reden is vooral het Jakobskruikruid, maar er is een andere plant die ook hier en daar in grote hoeveelheden voorkomt, het Boerenwormkruid. Een eigenaardige naam, een naam met historie, want de plant werd vroeger onder anderen gebruikt om wormen uit het darmkanaal te verdrijven. In de plant zit het giftige thujon, dat worm afdrijvend is. Overigens niet alleen bij boeren, maar die zullen de werking wel ontdekt hebben. En zoals met alles, teveel gif is nooit goed. Dus ook hier geldt inname met mate.
Ik zag een mooi partijtje van dit wormkruid staan en ben maar eens gaan kijken. Eerst kwam ik langs een afsluitboom, opgehangen aan een thermisch verzinkte paal. Op die paal zat een Bloedrode heidelibel. Normaal zou ik deze foto niet laten zien, maar op de achtergrond staat een groene jerrycan. Gedumpt in de vrije natuur. Denkelijk zit daar een veel zwaarder gif in, dus heb ik hem wijselijk links laten liggen (staan eigenlijk).

Gauw door naar het wormkruid. Het was er een af- en aanvliegen van insecten en kruipers. Zoveel dat ik deze fotosessie in tweeën heb gesplitst. Eerst een kleine zweefvlieg, de Snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus), de meest gebruikte naam. In het kleurpatroon van het achterlijf kun je tweemaal een soort van snor ontdekken.

Het is maar een kleine zweefvlieg, maar als je hem vergelijkt met het knutje hieronder links onderaan op de foto lijkt hij wel een reus. De tweede naam die voor deze soort ook vaak wordt gebruikt is Pyjamazweefvlieg.

Dan zijn we er nog niet, want ook Dubbelbandzweefvlieg en zelfs Cocacolazweefvlieg zijn namen die voor deze soort worden gebruikt. Omdat de onderstaande stil bleef zitten kon ik ook nog even voor de facetogen gaan.

Een volgende keer volgt de rest van de andere bloembezoekers. Toen ik weer vertrok zat de Bloedrode heidelibel intussen op de afsluitboom. Niet de mooiste plaats voor een natuurlijke omgeving, maar zo kon ik hem wel goed bekijken. Wel met veel schaduwwerking zodat het lijkt alsof de vleugels dubbel zijn uitgevoerd. Opvallend is het ingesnoerde achterlijf, waardoor zeker is dat het hier een mannetje betreft.

Ik mocht zelf met de camera zo dichtbij komen dat er een detailfoto mogelijk was. Daardoor werden weer die facetogen zichtbaar en ook de fijne structuur van de vleugels.

Wikipedia vermeldt dat volgens sommige soorten volksgeloof het Boerenwormkruid afweer zou bieden tegen hekserij, spoken en onweer. Dat zal wel, in elk geval kon het geen afweer bieden tegen het dumpen van een jerrycan met wie weet wat voor troep erin.
Recente reacties