Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Posts tagged “Gewone bandspanner

Afloop vlinderseizoen

Op een mooie dag vliegen er nog best wel veel vlinders rond. Dat zal nog wel voortduren tot de eerste stevige nachtvorst. Maar de diversiteit neemt wel af. Hieronder een verzameling van de wat minder vaak geziene soorten in de afgelopen weken.

Eerst het Koevinkje. Deze vlinder is het mooist en ook het best te herkennen aan de onderkant van de vleugels. Daarop zijn een aantal ogen zichtbaar.

Koevinkje

Aan de bovenkant van de vleugels zie je die ogen van de achterkant soms nog doorschemeren. Verder is de vlinder aan de bovenkant egaal bruin.

Koevinkje

Dit Koevinkje heeft “knotsen” op het uiteinde van de antennes, het onderscheidende kenmerk voor dagvlinders. De rest van de verzameling van vandaag heeft die “knotsen” niet, het zijn dus nachtvlinders, hoewel sommige ook wel overdag vliegen.

Hiervan eerst een minivlinder, niet langer dan een centimeter. Deze behoort bij de bladrollers, waarvan er zoveel soorten zijn dat ik niet een precieze naam weet.

Bladroller

De volgende is mogelijk een stippelmot of een bandspanner, roomwit met bijna bruine dwarsbanden.

Update: Dit is een Bosspanner (Scopula immutata), zie reacties.

Bosspanner

De volgende is ook een spanner. Meestal zoek ik hooguit een kwartiertje naar een naam. Het is me bij deze niet gelukt. Wel opvallend was dat deze het achterlijf omhoog stak. Toen ik dat vanaf de zijkant probeerde vast te leggen had deze geen zin meer om stil te zitten.

Update: Dit is een Oranje agaatspanner (Eulithis testata), zie reacties.

Oranje agaatspanner

De laatste is een Gewone bandspanner.

Gewone bandspanner

Ze zijn er nog, maar de spoeling wordt wel steeds dunner. Na een toch niet al te goed vlinderseizoen is het goed om toch nog deze soorten voor de lens te krijgen. Nu is het weer wachten op een zonnige dag.

Advertentie

Vlinderweer

Terwijl ik dit verhaal zit te schrijven ruikt het buiten alsof er een varken in de brand staat, er zal wel ergens een BBQ worden gehouden. Het is echt weer om buiten te zitten momenteel. Dat heb ik een paar dagen geleden vrij laat ook nog gedaan en ik moet zeggen, de “vallende sterren” zorgden af en toe voor een spectaculair gezicht. Misschien lukt het vanavond nog eens. Intussen is het ook zo warm dat er veel meer vlinders vliegen dan eerder in het jaar. Het is alleen wel zo dat ze door de warmte veel energie hebben en nauwelijks stil willen zitten. Maar het is toch gelukt een aantal wat minder bekende soorten vast te leggen.

Zoals het Groot dikkopje. Alleen al aan de manier waarop die dikkopjes hun vleugels in ruststand houden kun je de soort al wel herkennen.

Groot dikkopje

Van opzij gezien is wel duidelijk waarom hij het dikkopje in z’n naam heeft.

Groot dikkopje

De volgende is het Hooibeestje. Ze willen ook slecht stilzitten maar ze zijn vrij territoriaal, dus als ze wegvliegen landen ze vaak wel weer op dezelfde plek en je kunt daar op ze wachten.

Hooibeestje

“Minder bekende soorten”, voor onderstaand Klein geaderd witje geldt dat niet. Hij zat zo mooi op een gekleurde distel dat ik hem niet voorbij kon lopen.

Klein geaderd witje

De volgende is een Gewone bandspanner, tenminste ….. dat denk ik, want er zijn heel veel bijna identiek lijkende soorten. Dan houd ik het maar op de meest algemeen voorkomende, de Gewone bandspanner dan maar.

Gewone bandspanner

De laatste bezorgde me een goed gevoel. Het is een Boomblauwtje. Zodra ze op een blad landen dan …….. floep ………. de vleugels slaan dicht. Ze laten zelden hun blauwe bovenkant zien.  Deze liet beide zijden van z’n vleugels zien.

Boomblauwtje

Zo, nu lekker naar buiten, de blauwe rook is al weer verdwenen.


Moeilijke spanners

Na een eerdere serie over mooie spanners heb ik nog een aantal foto’s van spanners “over” die ik maar moeilijk op naam kan krijgen. De verschillen tussen de soorten zijn soms dermate klein dat een vergissing zomaar gemaakt is. Je moet het determineren eigenlijk overlaten aan specialisten, de mensen die je met grote vangnetten door de natuur ziet lopen. Onder de microscoop blijkt dan definitief wat voor soort het is. Ik laat ze echter liever vliegen, daar hebben die vlinders ook meer aan. Dus staan hieronder slechts een aantal pogingen om deze “moeilijke” jongens op naam te brengen.

De eerste is waarschijnlijk de Gewone bandspanner.

Gewone bandspanner

Dan de Vierbandspanner als tweede. Van deze ben ik vrij zeker, hij heeft een witte inkeping (een v) in de onderliggende donkere band bijna aan de zijkant van de vleugels.

Vierbandspanner

Als derde de Bruine vierbandspanner. Van deze ben ik ook vrij zeker gelet op de beide donkere stippen in de achterrand van beide bovenvleugels. Het verschil tussen de eerste en tweede band is bij deze echter niet goed te onderscheiden.

Bruine vierbandspanner

Als vierde waarschijnlijk de Bruine grijsbandspanner. De vleugels van deze lijken flinterdun. Overigens, het Friese woord voor vlinder is “flinter”.

Bruine grijsbandspanner

Als laatste de Geblokte stipspanner.

Geblokte stipspanner

Met deze laatste ben ik qua kleurstelling weer bijna bij de Lieveling, waarvan een foto bij de “Mooie spanners” staat. Ach .., wat maakt het ook uit, deze spanners hebben niet de felle kleuren van veel dagvlinders, het zijn ook mooie vlinders. Alleen wel wat moeilijker op naam te brengen.