Vlinders en -tjes
Ik kan momenteel maar uitzoeken in m’n tuin, overal zitten / hangen vlinders en vlindertjes, vooral de laatste. Hieronder een aantal foto’s uit de afgelopen weken.
Eerst de Geelbandlangsprietmot.

Geelbandlangsprietmot
Een logische naam met die gele band en erg lange sprieten, bij de mannetjes nog langer dan bij de vrouwtjes.

Geelbandlangsprietmot
De volgende twee zijn “telefoon”-foto’s, gemaakt met een mobieltje en daardoor geen echte macro-foto’s. Een Groentje

Groentje
en een Klaverblaadje. Nu heb je daar twee soorten van: het gewone Klaverblaadje en het Donker klaverblaadje, de onderstaande is een twijfelgeval, ik houd het maar op het gewoon Klaverblaadje.

Klaverblaadje
Dan weer eentje uit m’n tuin, de Muntvlinder

Muntvlinder
en als afsluiter vandaag de Geisha, één van de mooiste minivlinders die ik ken.

Geisha
Er zijn nog veel meer soorten, af en toe zal ik nog wel eens een verzameling laten zien.
Geelbandlangsprietmot en Johanneskever
Als je momenteel over de Merskenheide loopt kun je ze bijna niet missen, de onderstaande insecten. Ze zijn in grote getale aanwezig. Eerst een minivlinder. Zolang je naar de lengte van de vleugels kijkt tenminste. Want ze hebben daarnaast ook nog sprieten die langer zijn dan het lichaam, bij de mannetjes wel tot vijf keer zo lang. Bovendien hebben ze een gele band over de vleugels.

Geelbandlangsprietmot
Als je dat alles combineert kom je op Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella).

Geelbandlangsprietmot
Ze maken bij hun ontwikkeling hoofdzakelijk gebruik van de Berk en van de Brandnetel.

Geelbandlangsprietmot
Een andere soort die er ook in grote hoeveelheden aanwezig was is de Johanneskever.

Johanneskever
Ze hadden het te druk om op de foto gezet te worden. Behalve de bovenstaande. Deze kevers worden ook wel Tuinkever en Rozenkever genoemd. Of dat alleen een verschillende naam is of dat er ook minieme verschillen in de eventuele soorten zit, dat weet ik niet. Vroeger werd de Johanneskever als schadelijk beschouwd. Het zijn dan vooral de larven (engerlingen) die het vraatwerk aan wortels verzorgen.
Skar allerlei
Tijdens mijn laatste bezoek aan het Wijnjeterperschar kreeg ik allerlei onderwerpen voor de lens. Van sommige is een serie te maken, van andere heb ik slechts een enkel shot. Vandaag de “losse flodders”. Eerst een Orchidee, die ik overigens niet had zien staan, maar waar twee dames me op wezen. Eén van de twee schildert natuuronderwerpen, dus wie weet, misschien zien we de onderstaande orchidee nog eens ergens terug.

Brede orchis
Ook de rupsen waren goed vertegenwoordigd. Nee, nog geen plaag, maar wel in ruime mate aanwezig. De onderstaande is waarschijnlijk van de Kleine voorjaarsuil (Orthosia cruda).

rups van Kleine voorjaarsuil
Net zoals de onderstaande, die een klein beetje een andere kleurvorm heeft. Dat maakt het vaak ook zo moeilijk bij de determinatie van rupsen. Na een bepaalde periode zijn ze uit hun jasje gegroeid en doen ze een ander jasje aan. De onderstaande had overigens pech en was blijven haken aan een doorn van een braamstruik. Er zat geen beweging meer in en hij zal intussen wel zijn opgehaald door een vogel.

rups van Kleine voorjaarsuil ?
Hier en daar dwarrelde een Bont zandoogje rond. Ze zijn behoorlijk schichtig en je moet geluk hebben dat er eentje ergens nog even wil opwarmen, zodat hij blijft zitten.

Bont zandoogje
Van de dagvlinders naar de nachtvlinders dan maar. Onderstaande is een stuk kleiner dan de vorige. Tenminste als je de lange sprieten niet meerekent. Het is een Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella).

Geelband langsprietmot
Een klein, maar prachtig getekend vlindertje. Er was nog meer van dat moois te fotograferen, daarover later meer.
Recente reacties