Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Posts tagged “Drachten

Brug met piek

Op diverse plaatsen hangt momenteel sfeerverlichting. Als het lukt probeer ik daar af en toe iets van te laten zien. Als het lukt …….., want met dat regenachtige weer van vandaag heeft het niet zo veel zin om eropuit te trekken. Een voorbeeld van die sfeerverlichting is de Slinge-fietsbrug over de Zuiderhogeweg in Drachten.

Slinge fietsbrug Drachten

Slinge fietsbrug Drachten

Ik heb een moment uitgezocht waarop er ook nog iets van verkeer over de weg rijdt.

Slinge fietsbrug Drachten

Slinge fietsbrug Drachten

En over de brug natuurlijk, waarop men overigens niet aan een fotograaf gewend is, ik werd een aantal malen bijna van de sokken gereden. Dat heeft waarschijnlijk ook met de gebogen vorm van de brug te maken, je ziet “tegenliggers” pas op een laat tijdstip.

Slinge fietsbrug Drachten

Slinge fietsbrug Drachten

Maar het kon de sfeer niet drukken.

Slinge fietsbrug Drachten

Slinge fietsbrug Drachten

De Slinge fietsbrug in Drachten, momenteel een brug met een verlichte piek.

Advertentie

Kwint is Donker

In het voorgeslacht van mijn echtgenote en dus ook van onze kinderen komen de namen Bareld (soms ook geschreven als Barteld) en Sander redelijk vaak voor. De voornaam Sander bleek vaak uit de gemeente Ooststellingwerf afkomstig te zijn. Om duidelijkheid te krijgen heb ik in de loop der jaren geprobeerd een zo goed mogelijk beeld van dit “Sander-spul” te krijgen. Dan moet er veel worden nagekeken. Soms lukte dat eenvoudig, soms was het ook een “crime” om ze op de goede plaats te krijgen en nog altijd is het niet volledig gelukt.

Een “probleemgeval” was de interpretatie van de memorie van successie van Leentje Hessels (Broeksma), die op 11 juni 1825 ongehuwd overleed in Leeuwarden. Haar erfgenamen waren (namen ontleend aan de website van Tresoar):

  1. zuster Roelofke Hessels Broekema de vrouw van de stokersknecht Ferdinand Scheffer. Roelofke was de enige testamentair erfgenaam en tevens vruchtgebruiker van legaten.
  2. wijlen Jan Hessels Kwint, vader van Jikke, Rinske en Wytske Jans Kwint, allen te Donkerbroek, ze krijgen elk een legaat.
  3. wijlen Sybren, de vader van Hessel, Akke en Rinske Sybrens, allen te Makkinga: elk krijgt een legaat.
  4. wijlen NN Hessels, de moeder van N.N. Benjamins Oudkerk en Rinske Benjamins Oudkerk, elk kreeg een legaat.
  5. legaten voor Rinske, Johannes, militair te Oostende en Willem Schepper, kuiper.
  6. een legaat voor Roelofke Jochums, te Donkerbroek.

De overlijdensacte van Leentje leverde de volgende gegevens op: dienstmeid, 67 jaar, geboren in Dragten, dochter van Hessel Barteles en Rinske Sieberens.

Moeder Rinske is een dochter van het doopsgezinde echtpaar Sieberen Mients en Leentje Lourenses.

Hessel en Rinske (Hinke) trouwden op 20 (denkelijk 26) mei 1754 in Drachten, Hessel was toen afkomstig uit Zuider- en Rinske uit Noorderdrachten. In 1755 werd in Drachten gereformeerd gedoopt een dochter Jantje (Janke) Hessels en in 1760 een zoon Sieberen Hessels.

Daarmee zijn een aantal namen uit de memorie van successie wel verklaard. Jantje Hessels trouwde in 1782 in Leeuwarden met de kuiper Benjamin Oudkerk. Sieberen Hessels trouwde in 1795 in Donkerbroek met Fimke Roels.

Meer kinderen staan niet in het doopboek van Drachten of elders vermeld. Bij een religieus gemengd gezin zag je vroeger wel vaker dat de kinderen om en om werden gedoopt, in dit geval gereformeerd (als kind) en doopsgezind (als volwassene). Gelet op de bovenstaande memorie mocht je ook verwachten dat er meer kinderen waren. Daarmee begon een ingewikkelde speurtocht. Uiteindelijk is dat redelijk gelukt (denk ik). Zie bijgevoegd bestand (klik hier).

Een aantal opvallende zaken wil ik uitlichten.

A. Roelofke Hessels (onder 1) vertrok op een bepaald moment naar Leiden. Ze trouwde in Zutphen met de grenadier Jan Frederik Scheffer, die meestal Frederik Scheffer werd genoemd (niet Ferdinand zoals hij in de memorie van successie wordt genoemd). Later gingen Frederik en Roelofke Hessels in Leeuwarden wonen. Hoewel Roelofke enig testamentair erfgenaam van haar zuster Leentje was voor een bedrag van 2000 gulden liep het waarschijnlijk toch ergens fout met haar. Ze overleed in de kolonie Ommerschans. Omdat haar overlijden werd aangegeven door een tweetal zaalopzieners rijst het vermoeden dat ze daar niet helemaal vrijwillig was.

fragment overlijdensacte Roelofke Hessels

Via haar zoon Frederik Wilhelm (Willem) Scheffer, haar kleindochter Leena Scheffer en haar achterkleindochter Geerlina Roeloffina Helena Hooyer, die trouwde met Johan Frederik Wegener werd Roelofke één van de voorouders van de eigenaars/bestuurders van het Koninklijke Wegener n.v. concern, uitgever van regionale kranten en dergelijke, begonnen in Apeldoorn in 1902.

ondertrouwadvertentie Wegener Hooijer

B. Jantje (onder 4) trouwde in 1782 in Leeuwarden met de brouwer Benjamin Oudkerk. De N.N. Oudkerk in de successie is haar zoon Hessel Oudkerk. Dochter Rinske Oudkerk overleed ongehuwd en zonder vaste woon- of verblijfplaats. Rinske had echter wel een zoon Johannes Oudkerk. Deze Johannes vond ik later terug helemaal in Terneuzen, waar hij trouwde met Martina Wieland. Martina kwam in aanraking met justitie en Johannes waarschijnlijk ook.

C. De Rinske, Johannes en Willem Schepper (onder 5) hebben in de memorie een foute achternaam meegekregen, het moet Scheffer zijn. Willem werd als Frederik Wilhelm in 1792 in Zutphen gedoopt en Rinske in 1803 in Leeuwarden. Van de militair Johannes Scheffer zijn mij geen verdere data bekend, in 1825 verbleef hij in Oostende.

D. Roelofke Jochums past wel in de familie, maar op een andere manier. Daar kom ik nog op terug in een volgende bijdrage.

E. De familienamen Broekema en Broekstra verwijzen naar Donkerbroek, waar de “roots” van de familie lagen.

Dan blijven de kinderen van Jan Hessels met de familienaam Kwint (onder 2) over. Een familienaam Kwint was echter niet te vinden in Ooststellingwerf. Een relatie met andere families met die achternaam was er ook niet. Het heeft me enige hoofdbrekens gekost maar de oplossing bleek achteraf gezien vrij eenvoudig. Jan Hessels trouwde in 1795 in Siegerswoude met Antje Gooitzens (vermeld in de klapper van Tresoar als Gaukes). De kinderen Rinske, Jitske en Wytske werden allemaal gedoopt in Donkerbroek. Toen dochter Wytske in 1822 trouwde met Jan Aardema werden als grootouders vermeld Gooitzen Jelkes en Jitje Wiemers. Bovendien werd de overlijdensdatum van Antje Gooitzens vermeld, namelijk 30 april 1816 in Donkerbroek.

overlijdensacte Antje Gooitzens (Kwint)

In die akte wordt ze Antje Kwint genoemd. Antje overleed in zeer armoedige omstandigheden, onderhouden door de diaconie. In de database van Tresoar op internet wordt ze abusievelijk Antje Kwant genoemd, vandaar dat er geen enkele verwijzing naar Kwint in die gemeente is te vinden. De kinderen verklaarden bij hun huwelijk dat Kwint niet juist was, maar slechts een bijnaam. De kinderen van Jan Hessels en Antje Gooitzens gebruikten de achternaam Donker. Kwint in de memorie van successie blijkt dus uiteindelijk Donker te zijn. Een bijnaam kan lang “doorzingen”.

Behalve de achternamen Broekema en Broekstra verwijst ook de achternaam Donker naar Donkerbroek.

De achternaam Kwint was in de herinnering van familieleden echter nog niet verdwenen, daarop kom ik een volgende bijdrage terug, want ik moet uiteindelijk toch bij een Sander uitkomen.


Doofpot

Onderstaande transcriptie heb ik eerder in 2002 gepubliceerd op een andere website. Die publicatie is een aantal malen zonder bronvermelding woordelijk overgenomen. Ik wou “de eer” van de oorspronkelijke publicatie toch maar aan mezelf houden. Hieronder een enigszins aangepaste versie:

De Drachtster apotheker Suardus Posthuma schreef in 1752 een boze brief aan het bestuur van de Provincie Friesland, en hij gaf Gedeputeerde Staten en de Fiscaal Nauta er daarin flink van langs. De brief viel verkeerd in Leeuwarden en men ondernam actie. Suardus moest flink boeten voor zijn brutaliteit.

Tevens had men een bijzondere manier bedacht om de zaak in de doofpot te stoppen:

Den 12 Julij 1752

’t Hoff condemneert Sivardus Postma in de Draghten woonagtigh, ter sake excessen gepleegt door het schrieven van een Brieff, waerin seer onbetamelijke uitdruckingen tegens het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staten deser Provincie, en de Lands Fiscaal Nauta “in officio verkerende” gevonden worden,

aen het Comptoir van de Domainen ten profijte van de Heerlijkheit te betalen de somma van hondert en vijftigh goutguldens en sulx binnen veertien dagen naastkomende, bij gebreke dies fiat authorisatio op den Deurwaerder van ’t Quartier, om de selve met middelen van executie in te vorderen;

En condemneert de selve mede in de kosten tot hier toe over deese sake gevallen;

Ordonneert voorts hem Postma, de brieff in deesen gedaght ter presentie van Heeren Lijcklama à Nieholt en Jan de Kempenaer Raden Ordinaris in deesen Hove als Commissarien, ten overstaan van den Rentemeester Generaal der Domeinen en den Procureur Generaal deser Landschappe en in bijwesen van den Fiscaal Nauta, aen stucken te scheuren.

Op dato voorschreven is bovenstaande condemnatie door de Secretaris Tjallingi ter audientie van bovengenoemde Heeren Commissarien, en in bijwesen van de Heeren Rentemeester, Procureur en Fiscaal Generaal deeser Landschappe, aen Sivardus Postma in de beneden vertreckamer van den Hove voorgelesen.

fragment sententie Suardus Posthuma

Samengevat:

  1. Suardus kreeg een boete van 150 goudgulden binnen 14 dagen te voldoen, wat een groot bedrag was voor die tijd.
  2. Tevens moest hij de proceskosten betalen.
  3. Bij niet betalen van de boete etc. volgde inschakeling van een “incassobureau”.
  4. Suardus moest de gewraakte brief ten overstaan van een drietal personen, de Rentmeester der domeinen, de Procureur generaal van Friesland en de fiscaal Nauta in stukken scheuren.

Suardus heeft misschien zijn brief aansluitend aan het voorlezen van het vonnis in stukken gescheurd. Maar misschien ook niet, het staat niet genoteerd. Jammer, de brief had wel iets meer over Suardus kunnen vertellen. Men kende Suardus al in Leeuwarden. In 1748 moest hij ook al voor de heren van het Hof verschijnen. Of de brief hierop een vervolg was? We zullen het waarschijnlijk nooit weten.

 Als men overigens alle sporen had willen vernietigen dan had men ook deze uitspraak niet moeten noteren.

In het vonnis staat overigens consequent de voornaam Sivardus in plaats van Suardus. In het proces uit 1748 noemde men hem Syvardus. Dat krijg je als je de Groningse voornaam Siewert gaat verfraaien. In 1718 woonde Suardus al in Drachten toen hij een “swart lakens huijck” kocht van Franke Hendriks en Japke Siegers, zie Japkes boek, klik hier.