Boerenwormkruid met (1)
De bermen zijn momenteel vaak geelgekleurd. De reden is vooral het Jakobskruikruid, maar er is een andere plant die ook hier en daar in grote hoeveelheden voorkomt, het Boerenwormkruid. Een eigenaardige naam, een naam met historie, want de plant werd vroeger onder anderen gebruikt om wormen uit het darmkanaal te verdrijven. In de plant zit het giftige thujon, dat worm afdrijvend is. Overigens niet alleen bij boeren, maar die zullen de werking wel ontdekt hebben. En zoals met alles, teveel gif is nooit goed. Dus ook hier geldt inname met mate.
Ik zag een mooi partijtje van dit wormkruid staan en ben maar eens gaan kijken. Eerst kwam ik langs een afsluitboom, opgehangen aan een thermisch verzinkte paal. Op die paal zat een Bloedrode heidelibel. Normaal zou ik deze foto niet laten zien, maar op de achtergrond staat een groene jerrycan. Gedumpt in de vrije natuur. Denkelijk zit daar een veel zwaarder gif in, dus heb ik hem wijselijk links laten liggen (staan eigenlijk).

Gauw door naar het wormkruid. Het was er een af- en aanvliegen van insecten en kruipers. Zoveel dat ik deze fotosessie in tweeën heb gesplitst. Eerst een kleine zweefvlieg, de Snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus), de meest gebruikte naam. In het kleurpatroon van het achterlijf kun je tweemaal een soort van snor ontdekken.

Het is maar een kleine zweefvlieg, maar als je hem vergelijkt met het knutje hieronder links onderaan op de foto lijkt hij wel een reus. De tweede naam die voor deze soort ook vaak wordt gebruikt is Pyjamazweefvlieg.

Dan zijn we er nog niet, want ook Dubbelbandzweefvlieg en zelfs Cocacolazweefvlieg zijn namen die voor deze soort worden gebruikt. Omdat de onderstaande stil bleef zitten kon ik ook nog even voor de facetogen gaan.

Een volgende keer volgt de rest van de andere bloembezoekers. Toen ik weer vertrok zat de Bloedrode heidelibel intussen op de afsluitboom. Niet de mooiste plaats voor een natuurlijke omgeving, maar zo kon ik hem wel goed bekijken. Wel met veel schaduwwerking zodat het lijkt alsof de vleugels dubbel zijn uitgevoerd. Opvallend is het ingesnoerde achterlijf, waardoor zeker is dat het hier een mannetje betreft.

Ik mocht zelf met de camera zo dichtbij komen dat er een detailfoto mogelijk was. Daardoor werden weer die facetogen zichtbaar en ook de fijne structuur van de vleugels.

Wikipedia vermeldt dat volgens sommige soorten volksgeloof het Boerenwormkruid afweer zou bieden tegen hekserij, spoken en onweer. Dat zal wel, in elk geval kon het geen afweer bieden tegen het dumpen van een jerrycan met wie weet wat voor troep erin.
Diakonievene (B)
Met de Grote parasolzwam en vooral de gisteren toepasselijke hoeden was het nog niet afgelopen met het moois in het Diakonievene. Het gebied ontleent de naam aan een groter ven dat is omringd door een zoom van bomen en een bos. Daarvan deze keer geen foto’s. Westelijk van het grote ven liggen een aantal kleinere, waaronder deze.

Diakonievene (vennetje)
Een ideaal gebied voor juffers en libellen, die er dan ook in grote getale rond vliegen. Een paar daarvan heb ik vastgelegd.

Bloedrode heidelibel
Nogal veel Bloedrode heidelibellen waren er actief. Een soort met volledig zwarte poten. Verder hebben ze geen rode waas in de bovenste helft van de vleugels en ook geen gele vlek in de vleugelbasis. Dan weet je al vrij gauw dat dit de bloedrode is.

Bloedrode heidelibel
De mannetjes zijn bloedrood gekleurd, de vrouwtjes bruiner.
Ook de Steenrode heidelibel ontbrak niet (gele strepen op de poten en een snor).

Steenrode heidelibel
Verder staat er opvallend veel Jacobskruiskruid in het gebied. Een Koolwitje had een wat ielig exemplaar gevonden.

koolwitje
een kleurrijk hoogtepunt vormde een Kleine vuurvlinder op dat Jacobskruiskruid.

Kleine vuurvlinder
De vlinder is behoorlijk gehavend aan z’n achtervleugels. Maar ach …, wat wil je, het vlinderseizoen is aan het aflopen en dan zie je weinig onbeschadigde exemplaren meer.
Weinterper skar
Het was vanmiddag eindelijk eens droog, soms scheen zelfs de zon. Het leek me goed eens uit te waaien in het Weinterper skar. Toen ik aan kwam rijden zat Jan K. uit te blazen op de afsluitboom, hij kwam net terug van de pingo. Dan kwam goed uit, we hadden elkaar maanden lang niet gezien in het veld. Na een goed gesprek ben ik daarna zelf richting die pingo gelopen. Maar eerst heb ik nog gecheckt of die Grote sponszwam, waarvan ik een week eerder foto’s had gemaakt, nog aanwezig was. Dat was hij, vandaag bruiner dan een week geleden.

Grote sponszwam
Hieronder een detail. Het uiterlijk lijkt wel wat op een bloemkool. Ze schijnen eetbaar te zijn met een notensmaak. Maar ook hier geldt voor mij: gewoon laten staan, in de natuur hebben ze een functie. Eetbare paddenstoelen koop je bij de groenteboer.

Grote sponszwam (detail)
Daarna heb ik me in alle rust neer gevleid op het bankje bij de dobbe. De wind en een vrouwelijke Kuifeend zorgden voor golfjes en de zon zorgde voor kleur in het water. Het was heerlijk om daar in de zon op te warmen.

Schitteringen
Maar …., het aanrecht riep en het werd tijd om naar huis te gaan. Opnieuw aangekomen bij de afsluitboom bleek dat een Bloedrode heidelibel ook wel wat zonnewarmte kon gebruiken.

Bloedrode heidelibel
Hij was zo verdiept in zijn zonnebad dat ik hem heel dicht kon naderen, waardoor zelfs zijn facetogen zichtbaar werden.

Bloedrode heidelibel (detail)
’t Was mooi geweest, op naar de spruitjes, da’s ook genieten. Geen bloemkool dus vandaag, hoewel ik daar nog wel even aan moest denken.
Recente reacties