Rozen….. zonder roos
Zo ongeveer alles in de natuur heeft wel een naam. Heel lang geleden is men al begonnen daar een soort standaard van te maken. Dat werd dus Latijn, een overal gebruikte taal, maar alleen begrijpelijk voor de upper class en niet voor Jan met de pet. Die gebruikt meer eigen namen en zo hebben de meeste dieren en planten in de natuur dan ook een plaatselijk bekende naam. Vandaag twee insecten met rozen….. in hun naam. Ik vond ze in een klein stukje bosrand. De eerste was een Rozenkever, Phyllopertha horticola in het latijn. Net als de veel grotere Meikever behoort de Rozenkever tot de familie van de bladsprietkevers. Ook de larven hebben dezelfde naam, engerling, bekend en berucht omdat ze graswortels kapot kunnen vreten. Het imago, de volwassen kever, voedt zich met bladeren en bloemen, waaronder ook rozen. Dat heeft misschien tot de plaatselijke naam geleid.

De kever is sterk behaard, zoals te zien op de foto hieronder. Een andere plaatselijke naam voor de kever is Johanneskever. Dat heeft waarschijnlijk een relatie met St. Jansdag, 24 juni, een periode waarin deze kever rijkelijk aanwezig kan zijn. Nog een andere naam is de Tuinkever. Tja …., je kunt hem in bijna elke tuin vinden.

Daar vlakbij vond ik nog een ander insect. Deze oogde in eerste instantie van boven af gezien helemaal zwart, maar de doorschijnende vleugels liet een geel lijf zien. Het insect was zo vriendelijk om te blijven zitten zodat ik hem ook nog van opzij kon vastleggen. Dan wordt het gele lijf goed zichtbaar.

Ik kende de soort niet, maar thuisgekomen kon ik het opzoeken en het bleek ook Rozen…. in de naam te hebben, namelijk de Rozenbladwesp, in het latijn Arge pagana. Dat was nou niet de eerste naam die mij te binnen zou schieten, bij een wesp denk ik al gauw aan een andere tekening. Maar bladwespen kunnen allerlei gedaantes hebben. Een tweede exemplaar zat op een nog geschiktere hoogte om een foto te kunnen maken.

Deze bladwesp is berucht bij rozenbezitters omdat hij gaatjes in rozen boort en daar de eieren in legt. Zodra de eieren uitkomen beginnen de larven van de roos te eten. De naam Rozenbladwesp is daarom wel begrijpelijk. Zo trof ik dan twee insectensoorten allebei met Rozen…. in hun naam, maar in de verste verte was geen enkele roos te bekennen. Ze waren dus verdwaald of ze gebruiken ook andere planten om zich voort te planten.

En om nu helemaal zonder een roos te eindigen dat wilde ik ook weer niet. Dus ging ik op zoek naar een Klaproos. Die was daar ook niet te vinden. Kilometers verder vond ik er een aantal. Ik houd het bij Klaproos, er zijn diverse soorten van. Het enige wat ik kan zeggen is dat ze bij de papaverfamilie behoren.
Kriebelig
Als je geluk hebt dan zie je ……… Dat geluk had ik, een nest jonge Kruisspinnen. Allemaal piepkleine spinnetjes. Eerst zitten / hangen ze nog even in familieverband bij elkaar. Je zou kriebelig worden van zo’n gribus.

jonge Kruisspinnen
Een kwartiertje later was de familie zich al aan het verspreiden. Nog een uur later was er geen enkel familieband meer zichtbaar. Nu een week later zie ik er nog slechts een paar, die voor zichzelf zijn begonnen. Vanaf het allereerste moment moeten ze voor zichzelf zorgen, de ouders (moeder) zijn (is) in geen velden of wegen meer te bekennen.

jonge Kruisspinnen
Kriebelig kun je ook worden van die harige rupsen. Een poos geleden trof ik op een struik een grote hoeveelheid Heideringelrupsen aan. Hieronder enkele daarvan.

Heideringelrups
Deze rupsen zijn behoorlijk behaard. Opvallend zijn die schijnogen op de kop, waardoor het beest een stoer uiterlijk krijgt.

Heideringelrups
Verder is de kleurencombinatie van deze rups werkelijk prachtig.

Heideringelrups
Een reden om deze schoonheid elk jaar weer te fotograferen. Maar die haren, daar wordt je toch wel wat kriebelig van.
Kruisspin
Je hoeft momenteel niet echt te zoeken naar spinnen, ze zijn overal. Toch zie je de meeste spinnen niet, er zijn er veel meer verborgen dan dat er zichtbaar zijn. Vandaag bekijk ik een Kruisspin maar eens van dichtbij.

Kruisspin
Ze hebben acht poten, maar ook acht ogen.

Kruisspin
Die ogen moet je vaak zoeken, een aantal zijn meestal “verborgen”.

Kruisspin
Verder is hij in de herfst behoorlijk behaard.

Kruisspin (jong)
In het voorjaar komt er een groot aantal uit het ei in één nest, zie hierboven, een echte gribus. Geel met zwart gekleurd. De meesten daarvan overleven het niet, anders zouden er nog veel meer spinnen zijn.
Recente reacties