Wat een verschil ….
Wat een weer in de afgelopen dagen. Van prachtig zonnig veranderende het in ijskoud inclusief een overvloed aan regen. Het speelveld voor m’n huis was na een nacht regen geschikt voor waterballet. In die triestigheid heb ik veel tijd binnen doorgebracht, naar buiten gaan lokte me niet.

Die enkele keer dat ik het toch gewaagd heb werden flinke buien afgewisseld door af en toe een vleugje zon. Maar door die snerpend koude wind was het niet echt aangenaam buiten.

Wat een verschil met eerdere jaren. Ik had achter de kachel tijd genoeg om eens in het fotoarchief te duiken. Een aantal jaren geleden zag het er heel anders uit begin april. Een Grutto stond in de volle zon mooi te wezen op een paal.

Van een andere Grutto kreeg ik een fly-by.

Een Pimpelmees in 2014 sierde de toch al fraai uitziende bloeiende struik op.

Dat was toch wel even een verschil, het ene jaar is duidelijk het andere niet. De foto’s zijn allemaal van begin april. Geef mij maar de zon en de warmte. Maar ja …., het is zoals het is. Verschil zal er blijven.
Maart roert …
Hij zei het al die Bredero: “Het kan verkeren”. Zo was het ook met het weer in de afgelopen week. Aan het begin van de week trof ik in het veld weer Ooievaars aan, klaar met de lange reis vanuit Afrika. Ze liepen vlak langs de weg, maar wel achter een haag met struiken. Met een beetje kruipdoor – sluipdoor kon ik ze toch nog redelijk in beeld krijgen.

Tja, het kan dus verkeren want een paar dagen later was alles besneeuwd en het was “glûpend kâld” (ijzig koud).

Door het warme weer in de dagen daarvoor hadden de tulpen in m’n tuin bedacht dat ze maar eens moesten gaan bloeien.

Nu kregen ze een allemaal een sneeuwpetje

Maar ze kunnen er kennelijk tegen, want ook nu de sneeuw weer weg gesmolten is staan ze nog volop te bloeien. In deze kou blijven ze lang goed denk ik. Tja …., het kan verkeren, zeker met het weer in maart / april.
Nat en (bijna) leeg
Het was hier een natte boel in de afgelopen week met bovendien ook nog harde wind c.q. storm. Het water stuwde op door de windrichting en kon slecht worden afgevoerd. Dat heb ik geprobeerd in beeld te brengen. ‘k Ben daarvoor richting Tjongervallei gereden. Op dat moment was het ergste leed echter al geleden, maar de sporen van de nattigheid waren nog duidelijk zichtbaar.

Ook bleken er alweer voorbereidingen te zijn getroffen voor nieuwe aanplant. Het geelgekleurde land hieronder is doodgespoten en hier zullen straks wel weer lelies verschijnen. Eerst nog maar even drogen.

Sloten stonden vol water en waren hier en daar overgelopen.

De zon glinsterde in het water.

Het meest nat was het in de buurt van het Katlijker schar, de Tjonger alias Kuinder / Kuunder kon het allemaal niet meer aan en was ver buiten zijn oevers getreden.

Ik ging ook naar dat gebied om te kijken of er al zomergasten waren gearriveerd. Nou nee …., nog niet. Door de stormen leek het wel alsof het gebied was leeg geblazen en dat alle vogels waren verdwenen. De weilanden leken compleet leeg te zijn, behalve dan schapen en hier en daar een paard. Maar gelukkig, er was nog wel één opportunist.

Een Knobbelzwaan had zich een plas in een weiland toegeëigend en was druk aan het badderen. Het was een natte boel, maar voor de natuur is dat op zich geen ramp. Dan kan het grondwater weer wat beter op peil komen.
Recente reacties