Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Sprinkhaan

Jumprooster

Het werd tijd voor een bezoekje aan de Kiekenberg, een redelijk klein natuurgebied met relatief veel struikheide, welke ook nog goed zichtbaar is, zeker nu het in bloei staat. Maar heel langzamerhand lijkt ook hier de vergrassing toe te slaan. Toch is het momenteel de moeite waard om er even te gaan kijken.

heide op Kiekenberg

Bloeiende struikheide, eigenlijk is het niets anders dan een verzameling paarse bloemetjes op een stokje, maar wel heel mooi.

struikheide

In het verleden trof ik er diverse vlinders aan. Dat was nu even wat minder, ik heb alleen een aantal Gamma-uilen gezien. Wel hommels, heel veel hommels. Maar fotograferen, ho maar. Het zijn slechts kleine bloemetjes, die van de struikheide, en zo’n hommel is heel gauw klaar en gaat direct naar de volgende, vaak een heel stuk verderop. Belangrijk werk, bestuiven, bestuiven. Maar daardoor niet goed met de camera te “pakken” Tenzij je heel snel bent zoals met onderstaande.

hommel op struikheide

In het verleden heb ik op de kale plekjes in die heide ook regelmatig Levenbarende hagedissen gezien. Dan moet je nog sneller zijn, zij zien jou eerder en zodra je een camera richt …. floeps….. weg.

Over het pad lopend sprongen er regelmatig sprinkhanen aan de kant en vervolgens verdwenen ze in de heide. Als je geluk hebt zijn ze nog in zicht. Dan begint het kiekeboespel. Ze draaien altijd achter een tak en zitten vandaar uit naar je te gluren.

sprinkhaan

Maar met een trucje kun je ze soms toch beter in beeld krijgen. Door met een hand naast het takje te bewegen draaien ze weg voor die hand en richting camera. Dat betekent wel dat je de camera met slechts een hand kunt bedienen en dat komt, zeker bij mij, de stabiliteit niet ten goede. Maar uiteindelijk lukt het dan toch een beetje.

sprinkhaan

Het zijn wonderbaarlijke schepselen, die sprinkhanen en je moet vaak diep voor ze door de knieën. Terwijl ik op m’n knieën op het pad zat met de camera bijna in de heidestruiken gestoken naderde er een stel. Buitenlanders, ze vroegen in gebroken Duits wat ik aan het doen was. De sprinkhaan was intussen al weg gesprongen. Ik wist het Duitse woord voor sprinkhaan niet en probeerde het in het Engels. Maar die vertaling wilde me ook niet te binnen schieten dus combineerde ik enkele mij wel bekende Engelse woorden. Sprong is “jump” en haan is “rooster”, dus maakte ik er “Jumprooster” van. Ze keken me wat ongelovig aan en we haalden gezamenlijk de schouders maar eens op.

sprinkhaan

Intussen weet ik ook de vertaling voor sprinkhaan weer, “Grasshopper” in het Engels. In het Duits is het “Heuschrecke” of “Grashüpfer”, ik zal het niet weer vergeten, In het Fries is het gewoon “sprinkhoanne”. Tja …, daar zit je dan op je knieën met je Jumprooster.

Advertentie

Opperbevelhebber rups

Tijdens een ritje door de velden vielen de enorm grote hoeveelheden van het Jacobskruidkruid me op. Op sommige plaatsen staan vooral de bermen er vol mee. Onschuldig is deze plant niet helemaal. Wikipedia meldt dat het Jakobskruiskruid giftig is voor de meeste zoogdieren en ook voor de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. De bloemen bevatten tweemaal zoveel gif als de bladeren. Vooral bij paarden en runderen kan het gif in de plant leverschade veroorzaken. Bij de mens bijvoorbeeld kan aanraking van de plant een allergische reactie uitlokken. Maar vlinders kijken niet zo nauw, ze hebben toch niet zo lang te leven. Zo zat er een Koevinkje heerlijk te smullen op een dergelijke plant.

Koevinkje op Jacobskruiskruid

Evenzo een Oranje zandoogje die bijna opging in de zee van bloemen. Op de foto hieronder is ook nog een zweefvlieg zichtbaar en hij was al half ondergedoken in het geel.

Oranje zandoogje op Jacobskruiskruid

Mijn doel was om op de Kapellepôle wat libellen of juffers te fotograferen. Echter, ze waren er niet. Dat hadden de fotomaatjes J&J tijdens een bezoek eerder deze maand ook al geconstateerd, maar ik dacht dat het ontbreken tijdelijk zou zijn, maar nee hoor, niets te zien deze keer. Zelfs de heide vertoonde nog geen spoor van bloei.

Wel slingerde aan een grasspriet een sprinkhaan heen en weer en daardoor was fotograferen bijna onmogelijk. Zo te zien was dit nog een onvolwassen exemplaar. Ik kan dan ook niet bepalen welke soort het is. Wel is duidelijk dat we hier te maken hebben met een langsprietsprinkhaan.

langsprietsprinkhaan

Met moeite kon ik nog z’n oog in beeld krijgen. Veel is het deze keer fotografisch niet geworden, maar gelet op de windomstandigheden moest ik het er maar mee doen. Toch nog iets gevonden op de Kapellepôle.

langsprietsprinkhaan (detail)

Maar gauw naar huis dacht ik. Totdat ik ineens op de onderstaande rups stuitte.

Elzenuil

Eerst opgerold maar hij wilde zich ook nog wel in de volledige lengte laten zien. Als deze rups een militair zou zijn dan zou hij wel opperbevelhebber moeten zijn met z’n dertien gouden strepen. Dat doet geen generaal hem na.

Elzenuil

Maar het ligt anders, deze moet ook gewoon de kost opdoen door op bladeren te kauwen. Overigens straalt ook hier de felle gele kleur uit dat hij niet gegeten wil worden, hij doet daarmee alsof hij giftig is.

Elzenuil (detail)

Hij hoort bij de Elzenuil (Acronicta alni), een overigens niet erg opvallende nachtactive nachtvlinder. De vlinder is op zich vrij zeldzaam. Dat zal wel de reden zijn dat dit de eerste keer is dat ik deze opperbevelhebber-rups heb gezien.


Heidehupje

Eigenlijk had ik twee weken eerder moeten zijn om paars bloeiende struikheide vast te leggen. Maar de hittegolf weerhield me daarvan. Deze keer zou ik een inhaalslag maken, dacht ik. Onderweg naar de Kiekenberg scheen af en toe de zon en zo nu en dan was het bewolkt. Aangekomen op mijn bestemming bleek dat de bloeiende heide inderdaad zijn beste tijd reeds had gehad. Veel paars was al veranderd in bruin. Maar het weerhield me er niet van toch maar een kijkje te nemen.

Kiekenberg

Er bloeiden nog genoeg heidestruiken om nog een beeld van de paarse heide te krijgen.

bloeiende struikheide

Zo af en toe dook er een vlinder op. Maar fotograferen zat er niet in behalve een enkele Kleine vuurvlinder. Terwijl ik deze foto maakte klonk niet te ver weg een donderslag. Reden om maar wat in de buurt van de auto te blijven.

Kleine vuurvlinder

Voor m’n voeten sprongen regelmatig sprinkhanen omhoog. De meesten verdwenen in de struikheide zonder ze terug te kunnen vinden. Een enkele bleef in zicht. Niet de meest ideale plaatsen voor een foto gelet op de rommelige achtergronden. Aan namen waag ik me maar niet, er zijn teveel verschillende soorten die allemaal een beetje op elkaar lijken. Deze heb ik maar bruine sprinkhaan genoemd.

bruine sprinkhaan

De volgende ook, hoewel hij duidelijk anders is met een rood uiteinde aan het achterlijf. Deze hing in de uitgebloeide heide.

bruine sprinkhaan

Verstopt achter de bomen werd de lucht echter steeds donkerder. De wind begon aan te trekken.

wolken boven de Kiekenberg

Toen het bij de volgende donderslag net klonk alsof de hemel krakend openscheurde vond ik het genoeg. Maar gauw terug naar de auto. Net op tijd, ik heb het droog gehouden. Normaal zou ik misschien anderhalf uur over die heide dwalen, nu was het klaar binnen een kwartier. Het werd slecht een kort hupje op de heide. Dat paste wel een beetje bij die sprinkhanen.