Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Iets met ezels …

Mijn tot nu toe laatste wandeling was in het Wijnjeterperschar. Deze keer wat meer aandacht proberend te schenken aan vogels, de insecten laten zich nauwelijks nog goed zien. Maar ziedaar ….., er scheerde nog wel een libel over mijn hoofd en hij zocht hoog in de boom een plaatsje. Met een macrolens kon ik er op geen enkele manier bij dus moest de telelens redding brengen. Een glazenmaker met brede gele schouderstrepen, verder groen en blauw met een blauw lantaarntje. Een Blauwe glazenmaker, een mannetje, gelet op de ingesnoerde taille.

Blauwe glazenmaker (m)

Verder was er niet veel te beleven. Al gauw namen mijmeringen me in beslag. Was dit niet het Wijnjeterperschar dat door een staatssecretaris als voorbeeld werd genoemd van een gebied waarin hij de zure vennen niet meer wilde beschermen in het kader van Natura 2000 omdat die vennen slechts klein zijn en alleen “bestendige populaties” (van in dit geval Grote modderkruipers) zullen worden beschermd.

Het gemijmer stopte toen ik een Gewone doodgraver zag. Die verstopte zich half in een blad. Denkelijk omdat hij daar een kadaver(tje) had ontdekt.

Gewone doodgraver

Ondanks aandringen mijnerzijds liet hij zijn kop niet zien. Op zowel de foto hierboven als hieronder is een lifter zichtbaar, een Roofmijt die boven op z’n schild zit.

Gewone doodgraver

Ik liep door in de richting van de vennen. Op dat moment klom een natte man langs de slootwal omhoog. Hij bleek een Duitser te zijn, zo te horen een plantkundige. We hebben in het Duits en Engels staan praten en gebaren. Maar mijn biologisch Duits en Engels is niet zo best. Zo langzamerhand werd me duidelijk dat de man een zeer zeldzame drijvende plant in een ven had ontdekt. Daarbij begon hij ook nog Latijnse namen te noemen. Het was wel duidelijk, deze man was niet “verrückt” maar wel verrukt over zijn vondst. Ik had geen pen bij me, hij ook niet, dus heb ik geprobeerd het te onthouden. De Duitser zag wel dat dit me moeite kostte en deed nog een poging in driekwart Duits en een kwart Nederlands. Toen ik na een half uurtje terug was bij de auto heb ik het direct opgeschreven. Wat me het beste was bijgebleven noteerde ik als “iets met Ezels ……”.

krabbeltje.

Na lang zoeken thuis vermoed ik dat die ezels er niets mee te maken hebben maar dat hij de Drijvende Egelskop (Sparganium angustifolium) bedoelde. Inderdaad, een zeer zeldzame plant. ’t Zullen er ook wel niet genoeg zijn en waarschijnlijk ook niet te kwalificeren als “bestendige populatie”. Misschien moet de staatssecretaris zelf maar eens gaan kijken. D’r zitten ook nog twee paardenhouderijen vlakbij, dus waarom niet?

Advertentie

8 Reacties

  1. Wat een avontuur! De staatssecretaris komt vast niet, Geert. Die heeft het veel te druk met belangrijker zaken, zoals het niet onder water zetten van de Hedwigpolder ;-). En je kunt altijd nog bij mij een paar bijlessen Duits komen nemen, Geert, want daar heb ik toevallig een beetje in doorgeleerd…

    groet,
    Ed

    26 september 2011 om 18:37

    • @Ed:
      verstanden 🙂

      26 september 2011 om 21:36

  2. Ik had dat wel willen zien en horen hoe jullie daar stonden te communiceren.
    Schrijf je overigens altijd zo, zo met lusletters hebben we het geleerd op de lagere school. Heel mooi.

    26 september 2011 om 21:07

    • @Jetske:
      De “normale” communicatie verliep wel goed, het school – engels of -duits. Maar zodra je dan details over planten moet vertellen of vragen dan stokt het en wordt het handen- en voetentaal.
      Als ik met een pen schrijf dan bij voorkeur met een vulpen. Voor vloeiend schrijven is een balpen een onding. Met een vulpen schrijf ik alle letters aan elkaar vast.

      26 september 2011 om 21:42

  3. Jeetje wat een avontuur, en ja als je in het buitenlands met vak-thermen in de weer moet… logisch dat je het niet allemaal volgt…

    27 september 2011 om 00:29

  4. Hatte dieser Herr Doctor Prickebein kein weblog?

    27 september 2011 om 15:17

    • @groninganus:
      k wait n’t

      27 september 2011 om 17:28

  5. “Rentmeesterschap” noemen ze dat toch in de kringen van de betreffende staatssecretaris …?

    27 september 2011 om 18:58