Gele fladderaars
Mijn vlinderboekje kent slechts een paar gele vlinders, konings- of koninginnepage en een aantal luzernevlinders. Verder is het akelig stil. Behalve die ene, bijna beroemde, de Citroenvlinder. De enige die ook in de winter buiten aan een tak hangt. Hij is dan ook bijna altijd de eerste die je in het voorjaar ziet vliegen. Na het voorjaar is het een poosje rustig en zie je ze enige tijd tijd niet. In de zomer verschijnt dan de tweede generatie. Daar hoort de onderstaande denkelijk ook bij.

Citroenvlinder
Hij stak z’n roltong diep in een bloem. Straks is het weer een poosje rustig en in de herfst verschijnt de derde generatie, die dan weer overwintert. De generatie die nu vliegt is dus het beste af en hoeft de kou niet te trotseren.

Citroenvlinder
Daarmee hebben we het dan wel zo ongeveer gehad met de gele dagvlinders. Tot ik op de Merskenheide een andere, kleinere, gele vlinder zag. Hij lijkt heel veel op de Groene eikenbladroller. Maar de naam zegt het al, die is groen.

Gele bladroller
Dit moet dan wel de Gele bladroller (Aphelia paleana) zijn. Hij heeft geen knoppen op z’n voelsprieten, dus het is een nachtvlinder.

Gele bladroller
Ha ……., er zijn dus meer dan er in het boek staan. Vooral bij de nachtvlinders. Die krijg ik echter maar weinig voor de lens.
Recente reacties