Egbertus van Cammen
Egbertus was de oprichter van het gesticht Hoogstraten in Gerkesklooster. Een instelling “ad pius ubus” met vier aparte kamers in hetzelfde gebouw om de minder bedeelden te helpen. Hij was predikant.
Volgens Romein (naamlijst predikanten) was hij geboren te Leeuwarden, als kandidaat predikant in dienst getreden te Mariënweer in 1733, vervolgens werd hij in 1734 tweede predikant in Oldersum, in 1737 verkaste hij naar Mariënkoer. Egbertus was dus de eerste jaren van zijn bediening actief in Oost-Friesland. In 1745 werd Egbertus predikant in Gerkesklooster, waar hij intrede deed op 23 mei. Op 11 november 1770 ging hij met emeritaat en woonde daarna in Leeuwarden, waar hij op 15 januari 1777 overleed, oud bijna 85 jaren. Hij werd in Gerkesklooster begraven. Tot zover Romein.
Egbertus moet dus in Leeuwarden geboren zijn, zo rond het jaar 1692. Zijn voorouders en die van zijn eerste vrouw zal ik in een volgend blog uitwerken. In de studentenlijst van Franeker wordt hij voor zover ik kan bepalen niet vermeldt. Misschien heeft hij in Groningen gestudeerd, maar in de studentenlijst uit die stad kan ik hem ook niet vinden. De kans dat hij eerst een ander beroep heeft uitgeoefend is groot. Want hij woonde in 1715 in de stad Groningen in de Gelkinghestraat en liet in dat jaar in de Martinikerk een dochter Elisabeth dopen. In 1718 werd een andere dochter gedoopt, Maria genaamd. Zijn vrouw was Sara Wijlants (ook Sara Wilands). Hij werd pas kandidaat in 1733 en was toen al ruim 40 jaar oud. Dit is reden om te verwachten dat hij eerst een ander beroep uitoefende.
Zijn vrouw Sara overleed op 15 augustus 1753 in Gerkesklooster. Egbertus schreef zelf haar naam in het lidmatenboek als Sara Wieland. In 1755 hertrouwde Egbertus met Anje Simons uit Middelstum, de weduwe van Sent Tiddens. Anje overleed op 13 december 1765 in Gerkesklooster. Behalve de beide genoemde kinderen uit het eerste huwelijk zijn mij geen andere bekend. Daarvoor is onderzoek in Duitsland nodig.
Egbertus van Cammen overleed in 1777. Vervolgens werd zijn testament van kracht. Zoals reeds beschreven ging 1/3 e deel van de erfenis naar het gesticht Hoogstraten. Het andere 2/3 e deel minus 50 gulden ging naar Zuurdijk in Groningen.

Kerk Zuurdijk
In het archief van het Hof van Friesland vond ik een akte van 3 juni 1777 waarin sprake is van de universele erfgenamen van Egbertus zijnde Hendrik Hendriks de jonge, huisman te Zuurdijk en Sara Hendriks, de huisvrouw van Eje Roels, ook huisman te Zuurdijk. In de akte staat aangegeven dat Hendrik en Sara kleinkinderen waren van Egbertus van Cammen. Het betrof hier een verzoekschrift van Hendrik en Sara om uitvoering te geven aan bepalingen in het testament van Egbertus.
Sara Hindriks en Hindrik Hindriks de jonge zijn kinderen van Hindrik Hindriks de oude. Diens grafsteen is nog aanwezig in de kerk van Zuurdijk, vlak voor de preekstoel. Hindrik (de oude) overleed op 29 juni 1782 in Zuurdijk, hij was geboren in 1709. Naast zijn grafsteen ligt die van Hilje Eijes (1698-1773), zijn tweede vrouw, met wie hij al voor 1751 was getrouwd. Hilje was toen weduwe van Roelf Onnes en moeder van Onne (1735-1782) en Eije Roelfs. Nadat ook Hilje in 1773 was overleden hertrouwde Hindrik Hindriks (de oude) in 1776 met Martje Jans (?-v1797), eerst weduwe van Jan Taekes en daarna van Hendrik Jeltes (Zijlma), beiden in Houwerzijl. In haar huwelijk met Jan Taekes kreeg Martje een dochter Heiltje (1752-n1797), die naast anderen als getuige wordt vermeld in het huwelijkscontract van haar moeder. In haar tweede huwelijk met Hendrik Jeltes kreeg Martje drie kinderen, Jelte (1758-v1797), Jan (1761-1805) en Lijsbeth (1764-n1797).
Hindrik Hindriks de jonge (ca. 1740 -1808) woonde ook in Zuurdijk. Hij was getrouwd (1760) met Trijntje Jurjens (1739-1808). Hun beider grafstenen zijn ook nu nog aanwezig op het kerkhof van Zuurdijk. Op die grafsteen staat hij vermeld met de achternaam Van Ulms. Toen Hindrik overleed had hij maar één erfgenaam, zijn zuster Sara Hindriks, de vrouw van Eije Roelfs (bron: aangegeven lijken Wehe en Zuurdijk).
Eije Roelfs (1738-1790) was, zoals hiervoor vermeld, een zoon van Roelf Onnes en Hilje Eijes, de tweede vrouw van Hindrik Hindriks de oude. Een stiefzoon die met een dochter trouwde of andersom een zoon die met een stiefdochter trouwde. Lang hoefden die twee dus niet te zoeken om elkaar te vinden. Bijkomend voordeel was dat het individuele bezit kon “samenklonteren”.
Het is de vraag wie de moeder van Sara (en Hindrik) was. Dat was in elk geval een dochter van Egbertus van Cammen en Sara Wijlants. Hoewel ik daar geen rechtstreeks bewijs voor heb ga ik ervan uit, gelet op leeftijd en latere vernoemingen, dat dit de oudste dochter Elisabeth was, die in 1715 in Groningen werd gedoopt. Van Hindrik Hindriks (de oude) en Elisabeth van Cammen heb ik geen huwelijksakte kunnen vinden, ze zullen in Duitsland zijn getrouwd. In het boekje “Die onder dezen grafzerk ligt” vermeldt IJnte Botke dat Hindrik in 1746 als weduwnaar uit Oost-Friesland met de beide kinderen naar Zuurdijk kwam.
Toen Sara op 4 juni 1821 in Zuurdijk overleed werd de overlijdensakte opgemaakt. Daarin staat vermeld dat ze op 16 november 1738 in Marienkoer werd geboren. Dat was de plaats waar haar grootvader Egbertus op dat moment predikant was.

fragment overlijdensakte Sara Hindriks
Sara is in 1764 met Eije Roelfs getrouwd, het huwelijkscontract werd opgemaakt op 30 maart van dat jaar. Getuigen daarbij waren van de kant van de bruidegom Hilje Ejes (moeder), Onne Roelfs (broer), Eje Fridzes (Fridus) en diens vrouw Anje Harms (neef en aangetrouwde nicht) en van de kant van de bruid haar vader Hindrik Hindriks en haar broer Hindrik met diens vrouw Trijntje Jurjens. Tussen 1767 en 1777 werden in Zuurdijk zeven kinderen uit het huwelijk geboren, waaronder twee keer een Elisabeth (de tweede 1770-1837 x Jan Tymens 1769-1836). Verder twee keer een Hilje, een Roelf, een Hindrik en een Egbertus, genoemd naar zijn overgrootvader. Sara Hendriks werd naast haar man in de kerk van Zuurdijk begraven. De beide grafstenen liggen daar ook nu nog in het middenpad. Overigens, het grafschrift van Sara bevat een duidelijke fout. Volgens die steen was ze overleden op 4 juli 1820, wat in tegenspraak is met de overlijdensakte in de Burgerlijke stand (4 juni 1821).

fragment grafsteen Sara Hindriks
De zoon Roelf Eijes (1769-1809) trouwde met Everdina Oudeman. Zij kregen twee kinderen, Eije (1792-1826) en Kunna (1794-1825). Egbertus heeft het niet meer geweten, maar deze beide kinderen droegen zijn achternaam: van Kammen. Kunna van Kammen wordt de rijkste erfdochter van Zuurdijk genoemd. Ze was getrouwd met Henderikus (Warendorp) Torringa (1784-1847). Op haar grafsteen, ook in de kerk van Zuurdijk, staan drie kammen als wapen afgebeeld.

drie kammen als wapen op grafsteen van Kunna van Kammen
Zuurdijk, het wordt wel omschreven als één van de rijkste dorpen in Nederland in de 19e eeuw, wat te danken was aan de “dikke boeren”, zoals ze in Groningen zeggen. Al die namen die intussen gepasseerd zijn, Hindriks Hindriks (met of zonder van Ulms), Van Kammen, (Warendorp) Torringa, zij behoorden allemaal tot die rijke boeren in Zuurdijk.
Doordat een aantal erfgenamen jong, kinderloos en/of ongehuwd overleden kwam uiteindelijk het 2/3 deel van de erfenis van Egbertus van Cammen bij Roelf Eijes Torringa (1824-1885) terecht, de enige zoon van Kunna van Kammen. Niet alleen daardoor, maar ook door andere verervingen was deze Roelf zeer welvarend.
In de kerk van Zuurdijk liggen, zoals aangegeven, veel van de personen die in dit artikel worden genoemd begraven. Behalve de twee voor de preekstoel vindt je de grafstenen daar in het middenpad terug.

grafstenen in middenpad kerk Zuurdijk
Zuurdijk was ook het dorp waar in het begin van de 19e eeuw het bouwen van knechten- en arbeiderswoningen zoveel mogelijk werd tegengegaan, Henderikus (Warendorp) Torringa ging daarbij voorop. (Dagblad van het Noorden 30 aug. 2003 blz. 13). Bij eventuele armlastigheid zouden de arbeiders ten laste komen van de boeren, die het inkomen van de armvoogden moesten opbrengen.
Dat was ver na de levenstijd van Egbertus van Cammen. Zelf had hij minder moeite met arbeiders (bijv. zijn eigen personeel) en om iets voor de minder bedeelden te doen, wat onder anderen concreet werd gemaakt in het gesticht Hoogstraten. Zijn erfenis werd dus verdeeld tussen rijk en arm, je zou het bijna een financiële spagaat kunnen noemen.
In het bovengenoemde boekje van IJnte Botke staan overigens meer bijzonderheden over de Van Kammens en gerelateerde families in Zuurdijk.
Verder kan ik de geïnteresseerden verwijzen naar “Boer en heer” van dezelfde schrijver, naar de geschriften van Geuchien Zijlma en naar het verslag uit 1823 van de reis die Jacob van Lennep c.s. maakte, waarbij ook Zuurdijk werd bezocht. De familiearchieven Torringa, Zijlma, en De Cock bevatten veel bronmateriaal betreffende de “Van Kammen”-familie. Evenzo de gerechten van Hunsingo (huwelijkscontracten).
Slotopmerking:
Ik ging er jarenlang vanuit dat het bekend zou zijn in Zuurdijk dat deze van Kammen-familie haar achternaam had gekregen van dominee Egbertus. Dat blijkt toch niet het geval te zijn. Met dit artikel lijkt het me dat nu wel duidelijkheid is verkregen.
Op dit bericht komt nog een vervolg, en daarna nog een slotaflevering.
Recente reacties