Natuurfotografie, Streekgeschiedenis, Genealogie

Archief voor 3 april 2011

Non plus ultra

Dit is de laatste aflevering betreffende het gezin van Hendrik Tuinstra en Sjoukje Scholte. In de eerste aflevering stond het tragisch einde van Hendrik centraal. In de tweede dochter / zoon Grietje alias Gerrit Tuinstra. Maar ook dan nog zijn alle bijzonderheden nog niet genoemd. Hendrik en Sjoukje worden meestal vermeld als arbeider en arbeidster. Ook in de overlijdensakte van Hendrik staat hij als zodanig vermeld. Na zijn dood kreeg Sjoukje nog een dochter, die ze Hendrikje noemde, hoogstwaarschijnlijk vernoemd naar Hendrik. In de geboorteakte in de gemeente Smallingerland van  Hendrikje wordt van moeder Sjoukje vermeld: “zonder bedrijf”.  De kleine Hendrikje werd slechts zes dagen oud. In de overlijdensakte van het kind in de gemeente Achtkarspelen wordt moeder Sjoukje ineens vermeld met het beroep “vertoonster van natuurlijke zeldzaamheden”.

vertoonster natuurlijke zeldzaamheden

Na het overlijden van Hendrik Tuinstra trouwde Sjoukje in 1839 met Fokke Fokkes Postma. Bij dat huwelijk werd een zoon erkend, Fokke Fokkes Postma jr. die bijna een jaar eerder was geboren. In de geboorteacte van deze Fokke, toen nog met de achternaam Scholte, werd van Sjoukje opnieuw vermeld dat ze vertoonster van natuurlijke zeldzaamheden was. Dat maakte me weer eens nieuwsgierig wat nu die zeldzaamheden waren. Een aantal advertenties brachten uitkomst.

De eerste advertentie die ik vond betreft de septemberkermis van Amsterdam in 1834. “De Heer Tuinstraa en vrouw uit Serusterveen waren gearriveerd om een 7 jaar oud meisje te vertonen”. Het meisje was 92 Nederlandse ponden zwaar en vier en een halve voet lang en “welgemaakt van lijf en leden”.

Advertentie Tuinstra

Op 14 juli 1836 volgde een advertentie in de Leeuwarder Courant voor de Leeuwarder kermis. Behalve het meisje werd nu ook een jongetje vertoond. Het meisje, nu 9 jaar oud, was intussen 125 Nederlandse ponden zwaar. Het jongetje, 50 weken oud was 35 Nederlandse ponden zwaar.

Advertentie Tuinstra LC

Voor een goed begrip: In 1821 was in Nederland het metrieke stelsel ingevoerd. Wat wij nu een kilo noemen werd na die invoering een Nederlands pond genoemd. Als er de advertenties melding wordt gemaakt van Nederlandse ponden bedoelde men een kilo. Men was voor 1821 gewend in andere ponden te denken, die waren iets minder zwaar dan wat wij nu nog steeds (of al weer) een pond noemen. Als men over oude Nederlandse ponden sprak was dat wel weer wat wij nu nog een pond noemen.

De familie reisde rond met de kinderen. Die waren al te zien geweest in Hoorn, Monnikendam en Alkmaar voordat ze in september 1836 opnieuw neerstreken in Amsterdam op de kermis. Daar werd opnieuw geadverteerd, ook deze keer in het Algemeen Handelsblad. Het meisje woog toen 127 Nederlandse ponden (=kilo’s) en het jongetje 36 Nederlandse ponden (=kilo’s).

Advertentie Tuinstra dikke kinderen

Zoals eerder geschreven kwam Hendrik in september 1836 om het leven, op de kermis van thuisbasis Surhuisterveen. Een jaar later, in september 1837, stond Sjoukje met haar kinderen weer op de Amsterdamse kermis, nu als weduwe. Het meisje woog toen 253 halve Nederlandse ponden (=126 kilo). Wij zouden nu zeggen 253 pond. Dat was men voor 1821 ook gewend en daarom sprak het getal van halve ponden in de advertentie waarschijnlijk meer aan. Het meisje was in een jaar tijd niet in gewicht toegenomen, het jongetje wel, hij ging van 36 kilo naar 56 kilo.

Advertentie weduwe Tuinstra dikke kinderen

Ook in de Overijsselsche courant vond ik een advertentie uit augustus 1837 waarin de gewichten van de kinderen identiek zijn. Sjoukje liet in de advertenties ook nog weten dat de vader van kinderen op 17 augustus 1836 vermoord was.

Nadat Sjoukje in 1839 was getrouwd met Fokke Postma komen ze uitsluitend nog voor in de archieven als landbouwer of arbeider /-ster. Fokke kocht en verkocht onroerend in Rottevalle, Houtigehage en Drachten. Sjoukje verkocht een stukje bouwland onder Surhuisterveen. Het rondtrekken over kermissen heb ik niet meer terug gevonden.

De conclusie is dat Hendrik Tuinstra al in 1834 eerst met een “dik” dochtertje de wijde wereld introk en na 1835 samen met nog een “dik” zoontje. Toen Hendrik was overleden ging Sjoukje een tijdlang op dezelfde voet door.

De kinderen die tentoongesteld werden waren Hinke Tuinstra alias Scholte (1827-1850) en Andries Scholte (1835-1912). Hinke bleef ongehuwd. Andries kreeg een nageslacht met de achternaam Scholte, dat we in de 19e eeuw vooral in de omgeving van Grijpskerk (Gaarkeuken) terug vinden, waar ze onder anderen werkzaam waren als olieslagerskecht.

Of deze kinderen nu echt zo dik waren of dat men een optische illusie heeft gecreëerd, dat staat nergens. Het verklaart allemaal wel het beroep van Sjoukje als zijnde vertoonster van natuurlijke zeldzaamheden. Gelukkig is die vertoning aan Grietje alias Gerrit voorbij gegaan. Ze was misschien wel in de buurt, maar niet als schouwspel. De gewichten van de “dikke” zuster en broer zaten ook in 1845 nog goed in Grietjes hoofd, zijn zuster toen 17 jaar oud, was (nog steeds) 253 oude ponden (=127 kilo) en zijn broertje, toen 9 jaar oud was 203 oude ponden zwaar (=101 kilo).

Wat Hendrik en Sjoukje ertoe gedreven heeft twee dikke kinderen te vertonen, het staat nergens. Ze zullen de inkomsten wel broodnodig hebben gehad. Ze woonden op de heide en in die tijd waren de leefomstandigheden daar schrijnend. In 1832 waren ze eigenaar van een huisje met een stuk bouwland op de heide in de buurt van wat nu de Warreboslaan onder Surhuisterveen / Boelenslaan is. In 1835 echter werd Andries geboren in “eene hutte in de heide”. Veel zal dat huisje dan ook niet hebben voorgesteld.

Omdat zowel Hendrik als  Sjoukje spreken over gezamenlijke kinderen, wie ben ik dan om iets anders te veronderstellen. Daarom denk ik (na rijp beraad) dat Andries Scholte en Hendrikje Scholte ook kinderen van Hendrik Tuinstra zijn. Sjoukje spreekt op een bepaald moment van zes kinderen. In totaal had ze er acht bij Hendrik Tuinstra. Op het moment (september 1837) dat Sjoukje over zes kinderen sprak was de eerste Andries (1822-1828) al overleden evenals Hendrikje (1837-1837).

Waarmee ik tot een afsluiting van deze Tuinstra-geschiedenis kom. Een bijzondere geschiedenis. Of zoals Sjoukje het ooit in een advertentie verwoordde: Non plus ultra. Wat je kunt vertalen in: Tot hier en niet verder. In kermiskringen werd de uitdrukking vaak gebruikt om aan te geven dat iets het uiterste was, niet te overtreffen.

Advertentie Tuinstra Overijssel

Advertentie